zondag 10 mei 2015

mei 2010 Sardinië

Heenreis

We vertrekken nog in de vroege avond. Dan kunnen we nog een paar uurtjes rijden. Iets voor Straatsburg slapen we op een parking van de snelweg. Ik geef het toe, dit wordt met de dag onveiliger en riskeren we nu niet meer.

We kunnen het niet laten en wijken iets van de hoofdroute af. We stoppen met de bakker en nemen echte Franse croissants. Dat is toch pas echt vakantie.
Het weer is ronduit prachtig en we gaan goed vooruit. Aan de St Gothard hebben we onze traditionele file maar het valt al bij al wel mee. 



Milaan is, zoals gewoonlijk, chaotisch druk en de autostrade naar La Spezia is slecht.

Lucca


Nu staan we in Lucca. Dit is voor ons een vast waarde als wij in Italië zijn. Wij hebben ons hart verloren aan dit mooie ommuurde stadje. We toeren met de fiets wat rond. 's Avonds halen we een pizza bij het restaurantje vlak aan de mobilhomeparking en natuurlijk halen we ook het overheerlijke ijs. Kortom - de vakantie is begonnen!!

We blijven wat hangen in Lucca. Heel wat gebouwen zijn, sinds ons laatste bezoek, mooi gerestaureerd. Blijkbaar vindt de doorsnee Italiaan ons bezoekuur onchristelijk vroeg. Er is nog niet veel leven te bespeuren.


Op terrasjes zie je enkele mensen genieten van een tasje koffie terwijl ze hun krant lezen. Zoals het een echte Italiaan betaamt, zijn ze natuurlijk piekfijn verzorgd.

Als snel wordt het drukker. Een inwoner en een toerist zal je niet snel verwarren. Het is immers zondag  en op zondag ziet iedereen er piekfijn uitgedost uit.




Op zondag is het toch wel een extra beleving om over de vestingsmuur te fietsen of te wandelen. Je ziet meer mensen joggen. En dat is hier toch wel extra leuk om te bekijken. De hele tenue is op mekaar afgestemd.  Heb je een rood kleurtje in je shirt, dan zal dit zeker terug komen in je loopschoenen. Je wordt er direct goed gezind van.
Er heerst een chaotische rust.
Plots wordt die verstoord door verschillende scooterclubs. Ik heb ze niet geteld maar het zijn er veel. En ze zijn allemaal stuk voor stuk in een aanstekelijk goed humeur. De stank van de uitlaten nemen we dan maar voor lief.
We hebben geen probleem om onze zondag op een aangename kabbelende manier om te krijgen.



Het valt ons ook op dat de inwoners van Lucca ook het voordeel van de fiets ontdekt hebben. Je ziet heel wat fietsende inwoners. Maar die extra beweging is wel nodig. Ze hebben hier hemeltergend lekkere taartjes. Ook kan je hier in speciaalzaken voor vlees, kaas, .... Kortom, je vindt hier zowat alles behalve wat je in andere grote steden vindt (H&M, Zara, ...) Gelukkig maar. We struinen door alle straatjes en komen bepakt en bezakt met van alles lekkers terug aan onze camper.




Van Lucca naar Livorno

Pisa moet nog weinig uitleg. Je gaat kijken naar de scheve toren en probeert die om te duwen. Maar fiets ook zeker de oude stad in. Deze wordt heel vaak door toeristen "vergeten" en is beslist ook wel de moeite.

Volgens mijn landkaart gaat er een groene route (toeristisch mooie route dus) naar Marina di Pisa en zo verder naar Livorno. Dat groen vinden we wel onverdiend. Af en toe zien we, tussen riet of huisjes, de bruine Arno. Maar het is telkens maar een glimp. De weg staat wel vol met geparkeerde auto's. 
Aan de kust zelf is het nog voller. Waar we de zee zien, liggen mensen als sardientjes bij mekaar, te zonnen op de stenen. Heel veel is afgezet voor privé stranden.

De boot


We belanden in Livorno en zetten ons in de "wachtstand". We moeten morgenvroeg ten laatste om 7 uur paraat zijn voor de boot. 
Onze nacht is vrij onrustig. Natuurlijk waren we ongerust dat we ons zouden verslapen. Rond 4 uur heeft mijn man de wagen dan al op zijn plek gezet. We waren zeer zeker niet de laatste maar ook niet de eerste.
Iets voor 7 uur begint er serieus beweging in te komen. Stipt 8 uur vertrekt de boot. 
Er zijn weinig "frisse" gezichten te zien. Ondanks het verbod dat je niet op de banken moogt liggen, zien we heel wat slapers in alle mogelijke houdingen.

Een uur later dan voorzien komen we in Olbia. Maar de lucht is nog altijd stralend blauw en dan hoor je ons niet mopperen.




Van Olbia naar Marina di lu Impostu

Ver komen we niet vandaag. We volgen de kust naar het zuiden. Vrij makkelijk, de zee moet links van ons blijven ☺. We nemen de s125 via Monte  Petrosu en belanden in Marina di lu Impostu.
Samen met een Belg, Oostenrijker en Nederlander nestelen we ons hier voor de rest van de dag. We kijken uit over de zee en hebben al een (zeer korte)wandeling gemaakt. Pootje baden komt hier niet helemaal goed. Mijn broek hangt te drogen in het zonnetje ☺




Van Marina di lu Impostu naar La Caletta

We rijden verder zuidelijk. Eerst een stuk langs de kust  tot net voor Sta Lucia. We zien mooie baaien maar we zien ook bebouwing die de schoonheid van het land niet altijd ten goede komt. We volgen de weg naar Siniscola om een stuk binnenland te doen. Onze Nederlandse collega's van gisteren waarschuwden ons al voor een gebrek aan wegwijzers en we moeten ze gelijk geven. Het is af en toe op goed geluk. In geval van nood kunnen we natuurlijk altijd onze Tom Tom opzetten. We nemen niet de hoofdweg S131 maar de kleine weg die richting binnenland naar Lode voert en haast parallel loopt met deze hoofdweg. 
De weg stijgt flink, de uitzichten zijn zonder meer spectaculair. Het landschap is ruiger dan Toscanië. Het lijkt wel een lappendeken die ze met ruwe steken aan mekaar genaaid hebben.




Een stukje sensatie

In Lode, een klein op en top Italiaans dorpje, worden we tegen gehouden door de carabinieri. We proberen ons zo te plaatsen dat iedereen door kan maar de carabinieri komt naast ons staan waardoor heel het dorp geblokkeerd wordt. 
Ze vragen om in de camper te komen. Ieder hoekje wordt geïnspecteerd. Ze kijken in onze badkamer en ook het bed wordt opgetild. Ze zijn met meerdere en buiten staan de zwaar bewapende jongens.
Met wat op en neer gevraag, krijgen we - met enige tegenzin - te horen dat er een gevangene ontsnapt is. En wij zien er blijkbaar verdacht uit.
Nu ja, deze "aanhouding" zal nog even het gespreksonderwerp bij uitstek zijn in het dorp. Ondertussen is het halve dorp present.

We rijden verder en genieten weer van het mooie landschap. De bermen staan vol met bloemen en af en toe worden we verrast door een heel veld vol met paarse bloemen.  Ook alle mogelijke geuren komen de camper ingewaaid. 

Via Bitti rijden we naar Lula en zo terug naar Siniscola.

Deze rit MOET je dus absoluut doen!!! Je hebt vergezichten waar je mond van open valt, terwijl aan de andere kant van de weg de reusachtige witte rotsen als goedige reuzen op je neerzien. Natuurlijk stoppen we heel wat keren om van al deze pracht te genieten. 




Overal onderweg staan ook leuke fonteintjes. Volgens de plaatselijke bevolking zou dit drinkbaar zijn. We hebben het ettelijke malen geprobeerd en zijn nergens ziek geworden. Het smaakt lekker en fris.



Onderweg zien we een flinke dode slang op de weg, wat ons eraan herinnert dat deze kruiperige dingen hier ook leven. We zien verschillende kleurige salamanders en we komen zelfs een verdwaalde koe tegen. Nu ja, zo verwonderlijk is dat laatste niet. Het gras groeit hier gewoon op de weg.



We sluiten de dag af in La Caletta met ons avondeten op het strand.


Van La Caletta naar Baunei

Heerlijk zo een ontbijt op het strand. Mijn man is vandaag ook op zoek gegaan naar een bakker. Als hij terug komt, is het duidelijk dat hij nog altijd denkt dat onze kinderen ook mee op vakantie gaan. In gedachten is dat natuurlijk zo maar die hebben al heel lang hun eigen gelukkige leven. Maar ze hebben hier tal van soorten brood en allemaal even lekker.



Nuoro

We rijden naar  Nuoro en belanden zowat midden in het centrum. Gelukkig deed een plaatselijke inwoner verwoed teken dat we beter een andere straat konden inrijden wegens te smal. 
Mijn teerbeminde man past zich snel aan en parkeert zich dubbel. Ik blijf braaf in de camper wachten in geval van. We hebben "maar" twee broden meer en dat kan natuurlijk niet ☺
Mijn man stapt uit, steekt zijn neus in de lucht en snuift diep in. Als een ervaren jachthond volgt hij dan het geurspoor om een klein kwartier later al knabbelend terug te komen met een broodje met vlees tussen.
Even lang als ik heb moeten (mogen) wachten, heeft hij uitgelegd hoe dat vlees flinterdun gesneden wordt en lichtjes - met de nadruk op lichtjes - gebakken wordt, zodat niets maar dan ook niets van de heerlijke, malse, sappige smaak verloren gaat. 
Dit wordt natuurlijk met het nodige gesmek en gesmak uitgelegd omdat hij ondertussen zijn broodje aan het binnen werken is. Ik heb ook mogen proeven ☺
Ik kan het jullie alleen maar aanraden. Hij heeft trouwens ook nog een paar broden gekocht. Ik heb wijselijk geen opmerking gegeven over de broden in onze kast. Ik wil gelukkig getrouwd blijven ☺

M. Ortobene

Als jullie een goede detailkaart hebben, zullen jullie de kleine weg naar M. Ortobene zien liggen. Deze weg volgen we. Boven staat een kapel, maar dat is in Italië niet echt een verrassing. En Sardinië is blijkbaar niet anders. Iets verder was de weg opgebroken. We zijn dan terug gereden en hebben de weg van de andere kant op gereden.  Ook hier geraken we niet erg ver. Toch vinden we het de moeite. De panoramaroute van gisteren was wel mooier.



We rijden naar Dorgoli. Onderweg stoppen we aan een bron maar zijn niet zwaar onder de indruk. In Dorgoli hebben we het gevoel dat campers geweerd worden. We vinden er ook geen mogelijkheid om te parkeren.

Door de tunnel gaat het verder naar Cala Gonone. We genieten alvast van het mooie uitzicht. Helaas staan ook hier in Gonone overal borden dat campers niet mogen parkeren. Jammer!



We rijden verder en krijgen zo toch een mooi zicht op de kust met zijn steile rotsen en de blauwe zee.

De weg naar Baunei kan wedijveren met de panoramische route. Hier zien we ook hele rotshellingen vol met bloemen.  Een aangelegde rotstuin kan nooit zo mooi zijn.

Kerkje van San Piedro

In Baunei gaat een weg zowat recht omhoog naar het kerkje van San Piedro. De weg is smal, de eerste bochten moeten mogelijk in 2x worden genomen. Het is flink klimmen geblazen.

Je komt door een woestenij en ziet ezels, koeien, wilde varkens en geiten. Het kerkje is prachtig gelegen midden in de natuur. Alleen hangt er een bord "verboden te camperen". Jammer, het is hier zo mooi. Maar de boeteprijs hangt er bij.

Er is een plekje waar je tegen betaling kunt staan. Het terrein is ruw met een lelijke draad rond maar hier brengen we toch de nacht door.







Van Baunei naar niemandsland iets voor Seui


Ik geloof dat we ons van eiland vergist hebben. Overal zien we politie staan. Ik denk dat we in Sicilië zitten.
Soit, op onze natuurcamping konden we helaas niet lozen. In Sta Maria Navarrese kan gelukkig geloosd worden.
We willen hier de kerk bezoeken maar die is helaas gesloten. De kerk zou enkel tijdens misdiensten open zijn. Maar dan kan je daar toch moeilijk rondlopen??!!

We rijden terug het binnenland in. Van Tortoli rijden we naar Lanusei. Opnieuw zijn er weer een hoop mooie uitzichten. Dit bevalt ons wel. Het voordeel van mei is natuurlijk dat er overal massa's bloemen in de bloei staan wat toch wel voor de nodige kleur zorgt. 




In Lanusei komen we uit op een wekelijkse markt waar we met plezier overlopen. Niks speciaals, gewoon leuk.

Gairo is een speciale plek die je, of je wilt of niet, toch de kriebels bezorgt. Je komt eerst door het nieuwe dorp. Wat je altijd een beetje hebt met nieuwe dorpen, is het gemis aan een ziel. Een ziel in een dorp komt blijkbaar pas door de jaren.

Verder rijden we door het oude totaal verlaten dorp. Ramen en deuren zijn verwijderd. De mensen zijn moeten verhuizen. Na extreem zware regenvallen, waren er aardverschuivingen en bleek het dorp in gevaar te zijn. De weg loopt er nog wel midden door. 




Ergens missen we de afslag naar Genna. Ik ben totaal niet aan het opletten en zie dit pas als we door het smalle Seui rijden. Omdat we niet aan de andere kant van het eiland willen uitkomen ☻, besluiten we om te draaien en terug te rijden.  Dit houdt mijn man niet tegen om in Seui een bakker te vinden en de nodige voorraad in te slaan. Onze broodkast zit vol en ik heb brood onder het bed moeten tasten ☻

In de bergen vinden we een superleuke plek met geweldig uitzicht. Hier brengen we de nacht door. Als we ons geïnstalleerd hebben en zitten te genieten van het uitzicht krijgen we bezoek. Politie!!
Opnieuw worden al onze papieren gecontroleerd. Met zo een bewaking kan het niet anders dan dat we geslapen hebben als roosjes.


Van ons natuurplekje tot Baunei en zo naar Navarrese

Het weer is wat minder maar het is nog altijd aangenaam warm.  Gelukkig klaart het snel op. De route is smal, de wegen niet altijd even goed maar dit wordt allemaal goed gemaakt door het uitzicht.
Bermen vol met bloemen wisselen af met 360° uitzichten en gaan dan weer over in malse valleien met een kabbelend beekje en grazende paarden.
Het volgende moment rijden we dan weer langs woeste rotspartijen.






Natuurlijk houden we verschillende keren halt en vullen een paar flessen aan één van de talrijk aanwezige bronnetjes.

L'Alto del Flumendosa is een ideaal plekje om een goede siesta te houden. We kijken uit over een meer waarin de wolken weerspiegelt worden als enkele schaapjes die zich toch nog in de zon zouden wagen. Iets verder staan koeien te pootje baden in de schaduw van de bomen. Een ideale plek dus.



Pas op, het is niet dat we vandaag niets hebben gedaan. Ok, het scheelt niet veel. Het nationale park dat je via deze weg doorkruist, heeft verschillende Nuraghi nederzettingen. Dit zijn ronde stenen gebouwen. Veel is hier blijkbaar niet over geweten (ofwel weten wij het niet, kan natuurlijk ook), behalve dat ze  van 1000 tot 2000 vr Chr zouden zijn. Behoorlijk oud dus. Ze vermoeden dat het onderkomens waren voor gevaar omdat verschillende nederzettingen ook ommuurd zijn. Wat dit gevaar dan wel was, is niet meteen duidelijk. Ook hebben ze verschillende gebouwen volledig afgeplat gevonden. Waarom dit zo is, weten ze ook niet. Ze vermoeden zelfs een vloedgolf?!
Er is dus nog een hoop te onderzoeken.



Baunei staat terug op het programma omdat er hier festiviteiten zijn in het weekend.  In het dorp hebben ze een leuke route met witte stippen uitgewerkt. Als je door Baunei uit rijdt, valt het eigenlijk niet eens op dat dit een bergdorp is. De weg is met momenten heel smal maar dat kan je ook in een kustdorp hebben. Als je in Baunei gaat wandelen, kom je er wel snel achter. Kleine, smalle, steile steegjes voeren ons kriskras door het dorp naar de verschillende bezienswaardigheden. Als de witte voetstappen ergens een huis inslaan, hangt daar een bordje wat er te zien is. Heel wat kamers zijn ingericht naar de tijd van toen. Het merendeel van de vrouwen dragen de traditionele klederdracht. We nemen heel wat foto's en zijn blij dat we zijn terug gekomen.







Mijn man is een messenliefhebber en in Sardinië heb je verschillende messenmakers. Hij is dus nu ook een mes rijker. Deze zijn volledig handgemaakt met het heft van een mouflon. Hij loopt nu rond met zo een idiote grijns op zijn gezicht. Hij heeft zelfs geen brood gekocht. Dat wil al iets zeggen.

Enfin, dat brood heeft niet lang geduurd. Als hij zelfgemaakt olijvenbrood ziet en een brood met kruiden (maar we weten nog altijd niet welke), kan hij natuurlijk niet weerstaan.



In Baunei is er niet echt plaats om te overnachten. Onze plek boven in het natuurpark vonden we niet zo ideaal. We rijden dus naar de kust, naar Sta Maria Navarrese. Hier hebben we ook al eens geloosd.

Van Baunei naar Navarrese heeft mijn man mij uitbundig uitgelegd dat we morgen zeker niet mogen vergeten brood te kopen. Hij heeft immers gezien dat de bakkers vanaf zaterdagmiddag toe zijn en op zondag gaat natuurlijk iedereen naar de mis.
Gedurende zijn hele uitleg heb ik rustig rond gekeken of ik een zaak zag waar ze aanhangwagens verkochten. Het brood begint uit alle kasten te puilen ☻

Sta Maria Navarrese naar Marina di Orosi

Vandaag zijn we gestart met brood te koop. Een soort driehoekig brood dat ze hier - heel toepasselijk - triangle heten. Mijn man heeft ook nog twee megacroissants gevuld met pudding mee gebracht. De normale croissants waren al op. 
Met de eerste hap wist mijn kenner onmiddellijk dat de pudding niet in alle gaatjes en spleetjes zat. Dan nemen we de confituur er maar bij. Nu hebben we croissant natuur en croissant met pudding voor de prijs van één. Ook niet slecht.

Vandaag gaan we terug noordelijk. Niet dat onze vakantie gedaan is maar we willen naar de festiviteiten van Orosi gaan. We nemen deze keer niet de mooi S125 maar volgen de S389. Deze weg is groter en mooier en gaat sneller vooruit maar de rust en natuur van de S125 heeft toch onze voorkeur.

We buigen af naar Orgosolo. Dit is weer helemaal ons ding. Mooie natuur, stille wegen, varkens, schapen, ezels, koeien.... Natuurlijk zijn we verschillende keren gestopt. Helaas worden in verschillende Sardineese dorpen campers geweerd (of auto met caravan). Daar mis je natuurlijk een stuk maar het is nu eenmaal zo, er blijft nog genoeg over om van te genieten.






Via Oliena zijn we dan verder gereden naar Orosi.

Hier stoppen we eens om te kijken waar morgen de festiviteiten plaats vinden. Door Orosi hebben ze een route gemarkeerd om oud Orosi te ontdekken. Mooi - nu nog een goede parking voor mobilhomes en we zijn helemaal gelukkig.



We zoeken een plekje in Marina di Orosi.  Dit is een gewone parking, maar wel vlak aan zee, maar mobilhomes kunnen hier ook staan.

De fietsen worden uitgehaald en we rijden nog eens naar Orosi. Zo hebben we natuurlijk geen parkeerproblemen. We rijden het brugje over naar de andere kant en volgen de rivier terug richting zee. Hier hebben we een kapel gezien.

Enkele dames zijn hier hard aan het werk om alles in gereedheid te brengen voor morgen. Mijn man wordt direct ingespannen. Hij is zo lekker groot en dan moeten ze niet op een trapje gaan staan. Ze kunnen het alvast aardig uitleggen en draaien hem zo rond hun vinger. We worden alvast uitgenodigd voor de feestelijkheden morgen ☺

In de kapel hangen zelfgemaakte bootjes. Dit zouden dankbetuigingen zijn. Morgen komen er overal nog bloemen van de processie, de mis en het feest.  We weten nu dat de processie om 5 uur begint en om 6 uur is het mis in de kapel. Na de mis kan er iets gedronken en gegeten worden buiten op de feestweide.  Met de uren moet je hier wel wat flexibel zijn, dat hebben we ondertussen wel al geleerd.

De feestelijkheden

We zijn al eens een kijkje gaan nemen in het dorp en het is er een drukte van jewelste. Op het kerkplein zijn verschillende groepen boten aan het versieren met bloemen. Er wordt niet op een bloemetje meer of minder gekeken.
Bij ons zouden ze het dorp afsluiten, zeker als je zoals hier er zonder problemen kunt rond rijden. Hier dus niet. Het was één lange sliert van auto's die dan ook nog geregeld bekenden tegen kwamen en die moet je natuurlijk uitbundig groeten.
Dan wordt er op het plein natuurlijk ook nog gestopt om vanuit de venster een paar foto's te nemen van de boten.
Een rumoerige, gezellige chaos van jewelste dus!!




We eten een broodje (helaas niet zo lekker als in Nuoro) en een ijsje (helaas niet zo lekker als in Lucca).

Op het heetst van de dag houden we siesta.

Dan op tijd terug naar het dorp om een plaatsje te zoeken voor de processie. Dan verschijnen voornamelijk vrouwen met dozen vol met groen en bloemblaadjes. Deze worden uitbundig over de straat uitgegooid. Ook verschillende huizen zijn versierd. We weten dat de stoet eraan komt.





De boten worden van het plein tot aan het water gedragen. Iedere boot is vergezeld van een vereniging.
Op het laatste kwam dan de patroonheilige gedragen door mannen in klederdracht en geflankeerd door 2 politiemannen.  De straat was ondertussen bezaaid met groen en bloemblaadjes. Het rook lekker.






De boten één voor één in het water laten zonder dat de bloemen stuk gaan, is een hele klus.



We fietsen terug richting mobilhome en zien zo de boten over het water aankomen.



Dan fietsen we terug naar de kapel. Het ziet zwart van het volk. We schuiven aan voor een broodje gevuld met zeevruchten. Lekker en hier een plaatselijk wijntje bij. Feest!!




We wandelen nog over een soort marktje en fietsen dan weer terug.



Het enige minpuntje is misschien dat Sardinezen blijkbaar vies zijn van vuilbakken. Lege flesjes worden zonder verpinken in het riet gegooid. Oh zo jammer. Maar wie zijn wij om daar iets over te zeggen. Als hier een feest geweest is, blijft er ook altijd een puinhoop achter.

Van Marina di Orosei naar omgeving Perdasdefogu

Tijd om nog eens wat vooruit te gaan. We rijden naar Nuoro en zo verder via Fonni het binnenland in. De weg is niet overal in al te beste staat. Het landschap is mooi met ontelbare schakeringen groen maar toch hadden we er meer van verwacht. Dit is tenslotte hun nationale park. Misschien zijn we te hard verwend. Het blijft een hele dag ontzettend hard waaien. 



We belanden terug in Seui en Ussassai en rijden richting Lanusei. Maar zo ver gaan we niet. We slaan rechts af richting Jerzu. Vooraleer in Jerzu te komen, volgen we echter Perdasdefogu. Dit zou, volgens ons boekje, één van de mooiere routes van Sardinië zijn en dat is ook zo. We hebben weer prachtige vergezichten en overal piekerige rotsen.  

We vinden hier een mooie plekje voor de nacht en een beetje uit de wind.

Perdasdefogu naar Quera

We rijden terug naar Jetzu. Er moet brood gekocht - volgens mijn man dan toch. In het dorp zien we een verbodsteken met daaronder de vermelding dat zwaarder verkeer wel door mag. Wij rijden dus even tegen het verkeer in. Iedereen vindt dit heel normaal en het gaat ook prima. 
Ramp oh ramp. Ondanks dat we midden door het dorp zijn gereden, heeft mijn man geen bakker gezien. Dan maar achter het dorp geparkeerd en te voet terug. Ik blijf bij de camper. Hij komt terug met broodjes of wat had je gedacht ☺

Iets verder zien we een cooperatieve. Die gaan we dus bezoeken. We zijn 6 flessen rijker (en wat euro's armer) en kopen ook nog een flesje heerlijke balsamico. 

Iets na Quera vinden we een plekje aan zee.  Voor de rest van de dag houden we ons bezig met niks doen.


Quera naar Cagliare

We volgen de Costa del Rei. Hier zien we heel wat vakantiedorpen. Blijkbaar viert het massatoerisme hier hoogtij. Mobilhomes worden naar campings gedirigeerd. 

We vervolgen onze weg naar de Capo Carbonara en rijden hier echt tussen de campings door. Als je dan toch op een camping moet staan, zou ik zeker hier kiezen. Ziet er leuk uit.  Behalve een mooie baai, heb je nog een meer, de Capo en een burcht. Ook het stadje wordt druk bezocht.  Met de camper mogen wij er niet in. 

We volgen de kustlijn richting Cagliari. We genieten alvast van de mooie uitzichten en de zee in alle schakeringen blauw. 


In Cagliari gaan we een camperplaats op (GPS N39.21026  O9.12701 - Via Caboni). De parking zou zo een 5min van het centrum liggen.  Dit is volgens mij wel vogelvlucht. Als we hoek om komen, zien we het oude centrum een stuk vooruit boven op de berg liggen. 
We komen recht aan de Bastione uit.  Hier nemen we de trappen naar boven. We hebben ze niet geteld maar het zijn er heel wat en ze zijn steil omhoog. Het is wel een prachtige poort en we worden natuurlijk beloond met een geweldig uitzicht.
De weg gaat verder omhoog naar de kerk in Pisaanse stijl - veel marmer dus.  We dwalen verder door de smalle straatjes. Het verbaast ons haast niet dat bijna alle auto's wel blutsen of krassen hebben. Het is echt wel supersmal.  Spijtig dat alle winkels toe zijn maar het is blijkbaar nationale feestdag. 





We wandelen door de winkelstraat en verbazen ons erover dat alleen lingeriewinkels open zijn. Er zal wel een reden voor zijn maar wij kennen ze niet. 

We sluiten ons stadsbezoek af met een levensnoodzakelijke pizza. 

Oh ja, haast vergeten. Mijn man heeft ook een bakker gevonden. En ergens heeft hij ook een worst opgeduikeld. Deze worst zorgt voor een verhitte discussie. Volgens hem is het worst met look, volgens mij is het look met worst. 

Cagliare naar Giba

Onze vakantie begint te korten. We nemen dus niet de kustweg maar rijden via een niet al te beste weg naar Giba. Natuurlijk belanden we toch weer aan de kust en kunnen genieten van aangename uitzichten en wel erg aantrekkelijke baaien voor koeien.
Van Giba naar zee dus. Hier vinden we een wegwijzer naar een natuurgebied. Vanaf 15 juni zou dit verboden zijn voor campers. Er hangen ook camera's.
We zetten ons neer op het strand. Zwemmen kan niet, dan moet je eerst een soort algen overwinnen. Maar deze stinken gelukkig niet zoals in Bretagne.





Van Giba naar Buggeru

We trekken terug naar boven. Het eiland laten we (letterlijk) links liggen. We rijden naar Iglesias en zo een stukje verder richting Cagliari.  We slaan af richting Domus Novas en volgen de pijlen naar de grotten van S. Giovanni. En dit is een leuke. OK, niet wereldschokkend maar toch een onverwacht genoegen. Dit is altijd een natuurlijke tunnel geweest waar auto's doorreden. Nu mag er geen verkeer meer door.  Gelukkig hebben we een pillamp bij. Ik zie bepaald niet goed in het donker. Er hangt niet veel verlichting. De weg is wel verlicht maar de grotten niet. Nu kunnen we dus overal de stalagmieten en de stalactieten zien. We lopen er helemaal door uit en natuurlijk weer terug. Hier en daar krijg je een drup regen maar dat maakt het natuurlijk echter ☺
Als wij er waren, was dit nog gratis.




We rijden terug naar Iglesias.  In Iglesias is het druk, razend druk. Een zeker moment is de weg geblokkeerd door een vrachtwagen. Mijn man toetert eens om de vrachtwagen erop attent te maken dat wij net te breed zijn om erlangs te kunnen. Dit heeft onmiddellijk een kakafonie van getoeter tot gevolg. De hele rij achter ons kunnen immers ook niet door en laten dat allemaal horen. We kunnen de pret er wel van inzien.  

Vanuit Iglesias willen we de bergweg doen maar deze is helaas door wegwerkzaamheden gesloten. 

Dan nemen we maar de kustweg en daar krijgen we geen spijt van. Die is echt wel bijzonder mooi. 



In Buggeru zien we een wegwijzer strand en we komen zo op een camperplek uit. Voor 10€ staan we op een ruime weide aan een heel ruim strand en een erg mooie baai, ingesloten tussen de rotsen.





's Avonds worden we op het strand vergast op een alternatief concert.


Van Buggeru naar Mari Ermi

Omdat het zaterdag is en alle Sardinezen dan naar het strand trekken, besluiten wij terug het binnenland in te gaan. We rijden van Buggeru naar Arbus.  Een hele mooie route.  Zo verder naar Gonnosfanadiga. Je zult als kind hier de naam van je dorp leren spellen, pffff. Maar wij rijden verder naar S.Govino-Sanlurien zo naar boven naar Barumini. De route is te omschrijven als "landelijk'. Hier bezoeken we de Su Nuraxi. Deze site is beschermd erfgoed.




Nu gaan we via Nuragus naar Laconi. Dit is een mooi stuk maar helaas zijn er weinig stopmogelijkheden. 

We nemen de S442. Er moet haast geen gas gegeven worden. Het gaat flink bergaf.  Iets voor Escaovedu gaan we naar rechts richting Villaurbana en zo verder naar Oristano. We rijden rond de stad naar Cabras. Hier is een parking aan het kerkhof. Hier rust natuurlijk iedereen maar hier danken we toch voor en we rijden verder naar Mari Ermi, helemaal aan de kust. 

Hier staan nog 4 mobilhomes. De zonsondergang is niet volledig rood maar toch genieten we ervan. De routen door het binnenland was niet echt de moeite. Geen wild paard gezien en vrij landelijk. Niets mis met landelijk maar we hadden het woester verwacht.

Mijn man heeft trouwens gewinkeld om het weekend door te komen. Volgens mij komen we minstens een week toe. Maar die meloen, dat vond ik wel lief. die smaakt met 30° ☺



Van Mari Ermi naar Grotta di Nettuno

Het wordt erg druk om ons mooie plekje en binnen de kortste keren blokkeren auto's met boten onze camper. We zijn dan maar vertrokken. 

We gaan eens kijken in Putzu Ido en zo via Cugliere naar Porte Alabe. Het is een mooie route. De camperplek in Porte Alabe kan ons echter niet bekoren. 

Dan gaan we Bosa maar bezoeken. We parkeren buiten het dorp en fietsen het dorp in. Heel mooi, ondanks dat alles gesloten is. Om hier nog een halve dag te staan, vinden we niks en we rijden nog wat verder.  



We rijden dan maar verder naar Alghero.  Al snel zien we platen met een P en een camper. Die volgen we dus of dat proberen we toch. We doen hem geregeld kwijt. We hebben de buitenwijken van alle kanten dus gezien.  De plek is klein, te klein.

Dan maar verder naar de grotten. Iets boven de haven is een mooie parking met een geweldig uitzicht. 


Grotta di Nettuna

Er zijn twee manieren om naar de grot te gaan. Of je gaat met de boot en je betaalt 12€ pp of je gaat te voet. Te voet moet je wel goed ter been zijn en maar liefst 655 trappen doen. Deze route zou weel heel spectaculair zijn. Dit werd ons ook bevestigd door mede camperaars die hem gedaan hadden.

Dat goed ter been gaat mij niet zo goed af en wij nemen dus de boot van half elf. Om half twaalf vragen we waar de boot blijft. We moeten nog 10 minuutjes geduld hebben.  Onze groep is ondertussen al behoorlijk aangegroeid. 

Eindelijk is de boot in zicht en met ons er nog bij (wij zijn niet de eerste halte) is die meer dan vol. We varen langs de klippen. Om de hoek zien we de befaamde trappen tegen de klif geplakt hangen. Het ziet er inderdaad erg spectaculair uit. Er is alleszins haast geen schaduw. 
We varen tot in de grot. Hier is het opnieuw drummen voor een ticket. De grotten zijn mooi. Het water zorgt voor een aparte sfeer. Toch moeten we eerlijk zijn dat het niet onze mooiste grotten zijn die we al gezien hebben. Ook is de rondleiding een beetje "Ikea" achtig. Je draait en keert zoveel dat je het gevoel hebt ontzettend diep door te dringen maar dat is helemaal niet zo. De grotten zouden 2km diep zijn en er is 200m toegankelijk voor het publiek. 

Terug in de boot varen we de andere kant op - even een verrassing. Van die kant van de klif staat een enorme rots apart in de zee. Die hadden we gisterenavond van boven af al gezien. Aan zeekant kan je hier blijkbaar met de boot invaren.  De echo wordt direct getest met een geweldige aria. Ik was tot tranen toe bewogen ;-)
Terug de grot uit, ging het weer richting haven. Misschien dat dit was om het hoge bedrag van de boot te verantwoorden





Alghero

We rijden terug naar Alghero en zoeken de camping op.  26€ voor 1 nacht zonder stroom of douches, tenzij je hier nog extra voor betaalt, en op een piepkleine plek. Het voordeel is dat ze op slechts 2km van de oude stad ligt.

We fietsen dus de stad in.  Alghero is bekend om zijn juwelen van rood koraal.  En dat zul je geweten hebben. Overal maar echt overal waar je kijkt, zie je rode koraal of zogenaamde rode koraal. We bedanken hartelijk voor het gebodene. 

We fietsen nog over de intacte muur en gaan dan terug richting camping. Terug naar de camping doe ik zowaar mijn man kwijt. Hij rijdt - of reed - nochtans voor mij als een lichtbaken dat ik maar moest volgen. Ik zet mij buiten langs de camper in wachtstand oftewel "stand by". En daar komt hij aan met een zakje. Direct begint hij te commanderen als een ware sergeant majoor: mayonaise - ketchup - drinken - bestek.... We eten dus hoog culinair. Echte Sardinese friet met fettenchetto (of zoiets).



Van Alghero naar Berchidda

Deze morgen nog even de fiets genomen en naar de markt gereden. We hebben al grotere en drukkere vismarkten gezien en Portugal maar het blijft toch altijd leuk. En ik blijf het jammer vinden dat je in sommige gevallen de geur niet mee kunt opnemen in je foto's. 

We fietsen nog een keertje door de oude stad. Het is nu een stuk rustiger dan gisterenavond.



We nemen afscheid van onze camping en rijden naar Ittiri, zo verder naar Borutta en via Ozieri naar Pattada. Dit is het walhalla voor mijn man. Pattada is immers gekend voor zijn messenmakers. 
Dit is dus heel slecht voor mijn (onze) portemonnee. In de vroege avond zijn we heel wat geld armer en loopt er hier iemand met zo een idiote grijns op zijn gezicht.




Volgens onze gegevens zou er in Berchidda een overnachtingsplek zijn. We rijden via Bantine over een wit wegje naar Oschiri. Dit mag zeker groen gemarkeerd worden. Wat een mooie route. We rijden door prachtig, half ruw bergland. We komen zelfs een heel mooi fonteintje tegen waar we fris bronwater tanken in onze flessen. Dan gaat het bergland over in sterk glooiend landbouwgebied met op de achtergrond de Mont Limbara.

In Berchidda kopen we kaas voor de rest van de zomer. We vinden pizza en moeten extra betalen voor de doos!!
In de bar, naast de parking, kan je mega-ijsjes kopen. Het is te heet om zelf eten te maken. (wat doen we dan met al dat brood ;-) )
Het was een vreugdevolle dag die in ons geheugen en op onze bankrekening gegrift staat.

Van Berchidda naar Olbia

We vertrekken in Berchidda naar Tempio Pausania. Opnieuw een mooie route. 
Iets voor Tempio komen we bronnen tegen en vullen nogmaals onze flessen. Dan slaan we rechtsaf naar de top van de Monte Limbara.  De ene haarspeldbocht volgt de andere op alsof het niets is en ons mobilehometje kreunt. We gaan meer dan flink omhoog. De uitzichten worden weidser. Op de eerste parking zien we een camper staan. Het is duidelijk dat hij hier overnacht heeft. De weg wordt smaller en gaat verder omhoog tot aan de zendmasten op de top. Hier stopt de weg. 
Op de weg naar onder stoppen we op de eerste parking. Hier staat natuurlijk een Mariabeeld. Het beeld en de omheining hangen vol met paternosters. Je hebt er alleszins een fantastisch uitzicht. We wandelen naar de eenvoudige kapel en rapen denappels. 





Op de tweede parking zien we zowaar een verzorgingsplek voor campers. De mooiste die we in heel Sardinië gezien hebben.  Hier zijn ook heel wat wandelmogelijkheden. 

In Tempio kopen we brood ☺

We willen de Roca L'Elefante zien. Dit is bijna aan de kust. De rots ligt er wel een beetje eenzaam bij maar ze lijkt echt op een olifant. Grappig.



We rijden verder langs de kust richting Olbia. Deze kant is meer toeristisch. Hier hebben we ook niet veel voorzien om te bezoeken. 

We maken een kleine omweg naar Capo Testa vanwege zijn granietrotsen - niet mis - en rijden zo verder naar Capo d'Orso. We zien de beer vrij snel maar het is ons te heet - 38° - om helemaal tot boven te klauteren. 






We zetten onze tomtom naar Olbia. Geheel onverwachts komen we op een witte (dus heel kleine) route die verrassend mooi is. We komen onderweg tal van bizarre rotsen tegen.




We parkeren ons in Olbia. Mijn man gaat met de fiets erop uit en komt terug met pizza. Het brood wordt blijkbaar vervangen door pizza. 

Trouwens de riccottakaas van gisteren is superlekker.

's Morgens maken we een luchpakket voor op de boot. Het merendeel doet dit. Het eten op de boot ziet dan ook niet uit. 

We nemen afscheid van een mooi land.