donderdag 28 maart 2013

Ysland

Ysland 2009

Algemene beschouwingen


Je hebt zo van die bestemmingen waar je of de wildste of de mooiste of de meest ontroerende verhalen over hoort. Ysland was voor mij zo een land waar ik al deze verhalen te samen hoorde. Het kriebelde al eventjes om het toch eens te bezoeken maar ik werd helemaal over de streep getrokken toen ik een jonge vrouw hoorde vertellen dat ze tijdens een wandeling door het ruige Ysland tot tranen toe geroerd was over de schoonheid van het land.

De volgende vraag is natuurlijk hoe je ginder geraakt en ter plekke gaat rond reizen. Huur je een camper of ga je voor een auto? Hoe zit het met hotels of hoe zit het met vakantiewoningen. Na heel wat vergelijken, voor- en nadelen afwegen, hebben wij geopteerd om onze eigen mobilhome te laten overzetten. Goedkoop is het inderdaad niet maar je hebt toch al je eigen spulletjes bij. Een camper huren in Ysland is trouwens ook behoorlijk duur. Voor de zuinigen onder jullie - toch met deze direct een opdoffer. Neen, je kunt geen voorraad aan eten meenemen. Enkel droogvoeding is toegelaten en ook slechts enkele kilo's. En ik kan jullie al direct vertellen dat de Yslandse douane behoorlijk efficiënt is.

Aan de lange reis over zee zit wel een leuke verrassing. Je kunt kiezen voor het vertrek op zaterdag en dan wordt er halt gehouden op de Faeröer om de volgende dinsdag verder te reizen naar Ysland. Dit is zeker een aanrader van formaat. De natuur doet erg Schots aan met toch een paar mooie extra's. Wij hadden het zekere voor het onzekere genomen en onze tank in Denemarken nog eens vol gegooid. Vermits de Faeröer een onderdeel is van Denemarken, gingen we er vanuit dat de diesel hier duurder zou zijn. Dit was dus absoluut niet het geval. We hebben de brandstof tijdens onze hele reis nergens beterkoop kunnen krijgen. Zeker nakijken vooraleer jullie vertrekken dus.

Voor Ysland moeten jullie ook rekening houden met je routeplanning, meer dan op welke andere bestemming. Je hebt de ring rond Ysland die je moet volgen. Tenzij je een zware 4X4 hebt, moet je deze route dus volgen. Het land overdwars kruisen gaat niet. Maak je niet ongerust, je blijft niet constant op deze route, je gaat heel wat niet verharde wegen op maar de ring is nooit ver weg. Maar dit betekent natuurlijk wel dat je een behoorlijk tijdschema moet maken als je maar 3 weken vakantie hebt. Kan je langer gaan, dan zou ik dat zeker aanraden. Een extra week zou behoorlijk ademruimte geven. Nu hebben we flink moeten door doen. Hier is het wel een geluk bij een ongeluk dat de bootreis zo lang duurt. Op weg naar huis kan je dat gebruiken om te slapen, nog te slapen en weeral te slapen.

Faeröer


!!!! TIP !!!! Kijk zeker even de prijs van de diesel na. In Denemarken is de diesel sowieso vrij prijzig. Omdat de Faeröer toch een onderdeel is van Denemarken en een eiland, dachten wij dat de diesel hier nog duurder zou zijn en wij hebben vol getankt. WIJ HEBBEN DUS NERGENS DE DIESEL ZO GOEDKOOP GEZIEN ALS OP DE FAERÖER. Google dit dus even vooraleer je vertrekt!!!

  • We schepen in Hanstholm, Denemarken. Even opletten hier. Alleen de bestuurder mag zich in de mobilhome bevinden. De andere passagiers moeten te voet het schip op.

  • !!!! TIP !!! Voor diegenen onder jullie die niet goed ter been zijn, neem even een stoeltje mee. Er zijn weinig stoelen en het is een vrij lange wachttijd.

  • Wij hebben een kajuit voor ons twee genomen. Ik kan hier direct bij vermelden dat dit de prijs van de overtocht behoorlijk de hoogte in jaagt maar het comfort dat je hiervoor krijgt, is het voor ons waard. Je moet je hier geen frivole bedoeningen bij voorstellen. Er is een stapelbed, een TV, een koelkast (heerlijk) en een badkamer met toilet. Er wordt op de boot trouwens behoorlijk gepicknickt. Ook wij hebben broodjes bij. Er is natuurlijk een restaurant en een kantine. Maar die zijn behoorlijk prijzig en het ziet er nu niet echt zo denderend uit.

  • 's Nachts komen we aan in de Faeröer midden in de hoofdstad Torshavn. Samen met enkele andere campers installeren we ons in de haven. De camping hebben we ergens gemist. We vinden een plekje in de haven en slapen er niet slechter op. Op de info raden ze ons aan om het noorden van het eiland te bezoeken. We wanen ons vrij snel in Schotland. Heel veel groen, heel veel schapen en heel veel wolken. We mogen wel rechts rijden wat wel handig is. De straten zijn smal maar het is allemaal te doen.

  • We bezoeken Gjogv. Hier zou een camping zijn maar deze is weer opgedoekt. Het is trouwens een heel kleurig dorpje  met een mooi verborgen baaitje en prachtige bergen rondom ons. We wandelen tot aan de klif en zien onze eerste papegaaiduiker van deze vakantie. Je ziet de wolken zo van de klif rollen. Mooi om te zien.  Bij nadere inspectie zien we ook dat de baai een piepklein haventje heeft. Het lijkt mij wel hard labeur om hier de boten uit het water te halen.





  • We mogen in het dorp overnachten. Heel in de verte zie je onze mobilhome staan.


  • We rijden verder op goed geluk rond, komen tussen twee fjorden terecht en worden zowat van onze sokken geblazen door de sterke ijskoude wind. Via de tunnel rijden we terug naar het andere eiland.


  • !!!!TIP!!!! We slaan af richting Saksun. En dit mag je dus absoluut niet overslaan. De weg is smal en kronkelig en voert door een prachtig dal. Op het einde komen we aan een pittoresk kerkje. Hier blijven wij gewoon even staan om te genieten van de prachtige omgeving. Je kan hier aangename haalbare wandelingen doen. Echt verloren lopen kan haast niet.

  • We rijden terug naar Torshavn, de hoofdstad van het eiland. Wij noemen dit een behoorlijk dorp. Erg leuk om een beetje door het oude stadsgedeelte te struinen. We lopen wat winkels in en uit. Alles is hier behoorlijk prijzig - behalve de diesel dan - en er is eigenlijk ook niet echt iets waarvan we omver geblazen worden (behalve de wind).


Ysland

Met de boot van van Faeröer tot Ysland

  • Nu is het weer aanschuiven voor de boot. Ik te voet en Ludo met de camper.



  • We zijn weer wat blij dat we pilletjes genomen hebben tegen de zeeziekte. De zee is behoorlijk woelig. Ondanks de pilletjes lukt lezen niet. We houden ons dus bezig met mensen kijken en wat babbelen met de niet-zieken onder ons.

Aankomen in Ysland

Fjordengebied
  • We rijden de kleine haven Seydisfjordur uit en kruisen direct een behoorlijke berg.  Mis rijden kan haast niet. De enige uitweg is de 93. Het is steenkoud. We zien hagel en sneeuw maar de omgeving is indrukwekkend.

  • In Eglisstaor komen we zo wat alle passagiers opnieuw tegen om inkopen te doen. We krijgen direct de tip op de plaatselijke yoghurt te proberen. Die is heerlijk. Verse zaken zijn duur maar nog steeds betaalbaar. Diepvriesproducten zijn heel schappelijk in prijs. Niet zo duur dus dan er ons was voorgespiegeld. Als we verder rijden, zijn onze kasten weer gevuld.

  • Wij gaan de toer beginnen via de onderkant en rijden direct het fjordengebied in. Hiervoor nemen we de 92 en verder door de 96. Bij gebrek aan tijd kan dit altijd afgesneden worden. Het is zonder meer een prachtig gebied maar ook eentje dat je wel in Noorwegen ziet. Wij genieten er dus van en maken onze trip niet te lang.
 



  • We stoppen in het onooglijke dorpje Stödvarfjördur op een kleine gratis camping. Van het kerkje hebben ze een soort campement gemaakt voor rugzaktoeristen.

  • De 96 wordt 1 (de officiële ringweg) die we langs de kust blijven volgen. Iets verder kom je door een natuurreservaat - alhoewel volgens mij heel Ysland de naam van natuurreservaat wel verdient - en hier zouden 10.000 zwanen zitten. Ik heb ze niet geteld maar het is er prachtig met een leuk plekje om te picknicken.

Gletchergebied
  • Iets voor Höfn zien we hem dan eindelijk: de Vatnajökull. Dit is de tweede grootste gletsjer ter wereld. De ijskap van Groenland zou de grootste zijn.

  • Weetje: De Vatnajökull is IJslands grootste gletsjer met zijn 8.100km2. Het ijs kan tot 1000m dik zijn. Onder deze immense ijsvlakte bevinden zich de meest actieve vulkanen van het land. Deze explosieve combinatie zorgt op geregelde tijdstippen voor gigantische modderlawines. De combinatie van de meren onder de gletsjer, actieve vulkanen en opgehoopte druk, kan het water met een kracht van maar liefst 50.000m3/sec laten wegvloeien. Tegen deze kracht is niets opgewassen. De ringweg 1 is hier dan ook al verschillende malen danig verwoest geweest. Als we dit even met een Alpengletsjer van 120 km2 vergelijken, stellen die dus niets meer voor.


  • In Höfn koopt mijn man gedroogde vis. Er zijn blijkbaar twee soorten. De ene zou je moeten eten als snoepjes en de andere soort zou je boter moeten opdoen en zo op eten.  Ik geef hem de eer. Volgens hem is het niet slecht. Ik kan alvast zeggen dat hij bepaald niet ruikt alsof hij een muntje gegeten heeft maar, als je de gidsen erop na leest, dit is blijkbaar een specialiteit van het land. Voor de rest is hier niet zoveel te beleven. Voorraden kunnen aangevuld, indien nodig, en er kan getankt worden. Höfn is ook een gekende uitvalsbasis als je de Vatna wilt bezoeken. Hier zijn verschillende bureaus die zich hiermee bezighouden.

  • We volgen de ring verder tot aan het gletsjermeer.  We slaan eerst op goed geluk eens af richting gletsjer. Met de nodige voorzichtigheid - zeker als je een beekje over moet - is het allemaal goed te doen.

  • Het gletsjermeer is één van de grote trekpleisters. We staan hier dus niet alleen. We kunnen nog net een tochtje met het amfibievoertuig doen. Al varend tussen de blokken ijs, valt pas op het groot dat die wel zijn. En je ziet de meest bizarre vormen maar ook verschillende kleuren. Heel mooi. In het meer zie je ook zeehondjes spelen.

  • Weetje: dit is het grootste gletsjermeer van het land. Het meer is maar liefst 248m diep (vraag mij wel eens af hoe ze dat meten) en hiermee dus ook het diepste meer van het land. Grote brokken ijs die wel tot 30m hoog kunnen zijn, vallen denderend in het meer. Als je al die blokken ijs ziet drijven, bedenk dan dat maar 10% zichtbaar is boven het water. Via een kleine engte worden de blokken ijs naar de oceaan gedreven waar ze een spel aangaan met de golven. Hierdoor zie je ook de mooiste ijssculpturen op het zwarte oceaanstrand. Heel apart. Dit ijs kan zonder problemen trouwens een ouderdom hebben van 1500 jaar, het smelt langzamer en bevat geen mineralen. Hierdoor zou het ideaal zijn in whisky.


  • Samen met andere mobilhomes blijven we op de parking overnachten. Dit geeft de mogelijkheid om heel wat foto's in alle rust te nemen.

  • We rijden verder over immense zandvlaktes. Dit zijn dus de befaamde spoelvlaktes.

  • Onderweg rijden we nog eens een keertje af richting gletsjer. Hier kunnen we tot aan de gletsjer wandelen en hem zelfs aanraken. Hier vertrekken ook wandelingen (zeker niet alleen doen) onder begeleiding en met het nodige materiaal. Ik heb geen hoogtevrees maar ontzettende dieptevrees. Diepe donkere spleten brrrr. Hoe mooi dat het daarboven misschien ook is, ik weet dat het niets voor mij is.

  • In Skaftafell gaan we naar het bezoekerscentrum. Hier kan je dus ook een wandeling regelen op de Vatna. Het is absoluut een aanrader even naar de film te kijken over de uitbarsting van 1996.  Heel indrukwekkend en heel beangstigend om te zien. Hier wil ik dus echt niet bij zijn.

  • In Skaftafell vertrekt ook een wandeling naar de waterval met basaltrotsen. Dit is een mooie wandeling. Je kan tot onder aan de waterval. Heel apart. Je moet dit zeker doen.


  • !!! TIP !!! Ben je niet al te goed ter been, vraag dan even op de toerist info hoe je kan rijden met je wagen. Je kan zeker niet tot aan de waterval maar je moet dan alvast de klim niet te maken. Hier vertrekt een mooi wandelpad tot aan een geweldig uitzicht. Hier kan je stoppen als je wilt. Je kan natuurlijk ook verder naar onder, maar dan moet je natuurlijk ook weer terug omhoog.


  • Als we verder over zandvlakten rijden, kijken we - na het zien van de film - hier toch heel anders tegenaan.

  • Nupstapurr is een leuke halte om naar het turfkerkje te kijken. Je mag wel geen grote familie hebben hier. Heel klein, heel gezellig, heel knus. Geen omweg waard maar je komt hier toch door en dan is het zeker leuk.


  • In Overghama gaan we naar de basaltzuilen kijken en verder in Kirkjugolf naar de basaltblokken. Deze laatste zitten volledig in de grond. Je denkt eerst dat hier een mooie vloer ligt.

  • We vinden niet direct een geschikt plekje om te overnachten en gaan in Kirkjugolf de mooie camping op. Hier zie je trouwens allerhande transportmiddelen en slaapplaatsen.

  • Onderweg naar Vik stoppen we om een steen op een heuvel te leggen. Hier zou in negenhonderd en nog wat een boerderij gestaan hebben. De boer vroeg dit om geluk af te dwingen. Met die rammelende wegen kunnen we wel wat geluk gebruiken. Als dank komt onmiddellijk de regen met bakken uit de hemel. Ik denk persoonlijk dat die boer gewoon zijn veld probeerde steenvrij te krijgen.

  • In Vik gaan we op het strand naar de papegaaiduikers kijken. Iets verder rijden we de 215 op naar Vik. Vik is echt wel een piepklein dorpje Het heeft een zwart strand en tegen het strand steken de basaltzuilen maar liefst 66m de hoogte in. Hier zie je dus papegaaiduikers. De vogels kun je alleen met verrekijker bewonderen. De basaltrotsen vinden we alleszins heel mooi.

  • Via de één gaan we naar links de 218 op.  Aan de kust zouden ook papegaaiduikers zitten. Het is een ontzettend slechte weg, we hobbelen dus aan een rustig tempo richting kust. Op de klif is een parking en we zien onmiddellijk de papegaaiduikers. Dit is gewoon een sublieme plek. Je zit op een paar meter afstand te kijken en bij momenten weet je niet wie naar wie kijkt. Overwin dus de slechte weg. Ook de omgeving is meer dan de moeite.  Er is oa een heel mooie basaltbrug. Ook zijn er mooie rotsen op het strand. Je ziet ook gaten in de kliffen waar een behoorlijke boot door kan. Doen dus.



  • In Skogar, ongeveer 20km verder,  is een waterval van 60m hoog die zowat loodrecht naar beneden komt.. Ik kom iets te kortbij en een stevige bries zorgt ervoor dat ik druipend nat terug kom.  De waterval is zeker de moeite om te stoppen en levert mooie plaatjes op. Langs de waterval kan je ook het steile pad naar boven nemen.

  • Als ik een tijdje om dezelfde weg blijf rijden, begint het altijd te kriebelen. Ik stuur mijn man naar rechts, de 250 op. Het landschap verandert niet veel. Met de kruising met de 261 stoppen we aan een kleinere waterval en wandelen naar boven.


  • Via de 30 rijden we naar Geisir. Je raadt het al, we gaan hier naar de geisers kijken. Van ver denk je even dat je een rokend stort ziet maar het is een aanrader van formaat.  Er is een ruime parking.  Op het thermische veld zijn overal mooi aangelegde paadjes. We kijken naar de Stolkur. Hij spuit tot wel 20m hoog. De Great Geysir beweegt niet. Deze zou na de aardbevingen van 2010 terug actiever geworden zijn. Dat is dus voor de bezoekers na ons. We spenderen hier heel wat van onze tijd en nemen natuurlijk heel wat foto's.



  • Langs het geysergebied ligt een aangename camping. Wij zijn vrij laat aan de geisers aangekomen. We stonden nog op de parking toen er al toeterend een auto langs de mobilhome door reed. Met enige verbazing zagen we dat zij tot de camping behoorden. We hebben ons dan maar netjes op de camping gemeld. Kwestie van een rustige nacht te hebben :-)

  • Voor Gulfoss moeten we een klein stukje terug. Het is een stralend heldere hemel. Ideaal dus om de waterval bezoeken. Deze waterval mag je zeker niet missen. Hij is gewoon adembenemend. Foto's nemen is moeilijk omdat de waterval zo een groot gebied overspant. Als we korter bij komen, speelt de harde wind ons parten door onze lens telkens te bestuiven. Overal liggen mooi aangelegde voetpaden. Ieder hoekje zorgt weer voor een speciaal zicht (en dus weer enkele foto's) op de waterval. Er loopt een pad tot zowat in de waterval.

  • Weetje: het water stort in totaal 32m naar beneden in twee bijna haakse trappen; eentje van 11m en de andere 21m. De kloof is ongeveer 70m diep. De trappen zijn gevormd uit hard gesteente, waaronder basalt maar ook uit zachte materialen. Kit kan je duidelijk zien in de wanden van de kloof. Gullfoss of gouden waterval dankt zijn naam aan de regenbogen die, bij mooi weer, zichtbaar zijn in de nevels van het water.

  • Via Laugarvatn rijden we verder naar Hveragerei aan de 1. Hier zouden ze op de info een glazen vloer hebben waar je de breuklijn kunt zien. Mooi, geen omweg waard maar als je hier door komt, zeker eens gaan kijken. We kopen hier ook sjurmolk. Het smaakt een beetje naar yoghurt. In het dorp is ook een thermisch veld. Het ligt er een beetje verwaarloosd bij. In het dorp nemen we ook een echte IJslandse softice. Gelukkig hebben we een mediumportie genomen. Man man wat een afmetingen, maar wel super lekker.

  • Nu rijden we via de 38 naar de 427. Dit is een onverharde weg. Tot daar aan toe maar moet het dan zo nodig ook een wasbord zijn. Dit is een hel. Deze route kan je dus beter vermijden.

  • In Krysuvik bezoeken we het geometrische veld. Indrukwekkend – dat is het minste wat je ervan kan zeggen. Daarbovenop stinkt het nog dat het verrekt. Je hoort het overal borrelen en pruttelen. Als er al een hel bestaat, zou hij er zo moeten uitzien.  Ondanks de geur moet je er zeker halt houden. Door het hele veld zijn mooie vlonders aangelegd. 

  • Om te overnachten stinkt het ons toch net iets te hard. Daarvoor rijden we verder over de 42. Het eerste stuk is opnieuw gravel maar het wasbordeffect is redelijker. De natuur is ook heel ruig, heel stoffig, heel zwart en heel mooi.

  • Onderweg komen we ook door waar ze vissen drogen. Er hangen echter alleen viskarkassen. Er zal wel een goede uitleg voor bestaan maar wij kennen hem niet.

  • Nu rijden we zonder nog een noemenswaardige stop tot aan de vuurtoren in Gardur. Hier gaan we de nacht doorbrengen. Ludo heeft de mobilhome al met zijn neus in de wind gezet dan waggelt hij iets minder. Er zit dus nog steeds een flinke wind. Dit is een soort camping. Alleen is er nu niemand te zien om onze rekening netjes te betalen. tja

  • Van Gardur uit zijn we langs de kust blijven rijden. Hier zouden nog scheepswrakken te zien zijn. Niks gezien. We zijn wel gaan kijken naar de brug der continenten. Ik heb met één voet op het Noord-Amerikaans deel gestaan en met mijn andere voet op het Europese. Er zijn indrukwekkender plaatsen maar het is gewoon leuk. De kloof zou ieder jaar 1 tot 2 cm breder worden en een halve cm dieper.


  • Zo hebben we hier verder de kust gevolgd. We hebben weer kilometers en kilometers blokken lava gezien. En dan zijn we natuurlijk gestopt aan de blue lagoon.  Het  zwembad zelf was kleiner dan ik verwacht had. Je moest ongeveer 25 € betalen om 3 uurtjes te zwemmen. Er is wel behoorlijk wasritueel alvorens je het water in gaat. Er hangt een handleiding op. Geweldig gecommercialiseerd dus. 

  • Weetje: De Blue Lagoon is in meer dan één opzicht een unieke plek. Midden in een lavaveld is de Blue Lagoon zo één met de natuur dat je het gevoel hebt dat dit een volledig natuurlijke omgeving is. Toch is dit door de mens gebouwd. De milieu-vriendelijke krachtcentrale pompt het hete water op van een diepte van maar liefst 2000m. De restwarmte dient om de Blue Lagoon te vullen. Dit bijzonder heilzame water kan dan nog een temperatuur hebben van 40°C. Het surrealistische blauw van het water geeft het geheel een buitenaards tintje.

  • In  Reykjavik nemen we de camping. Van hieruit kan je zonder problemen met de bus naar de hoofdstad. Pas op met hier water bij te tanken. Je weet het eigenlijk al als je gaat douchen. Het water stinkt naar zwavel.  
 
  • In niets is Reykjavik te vergelijken met onze eigen hoofdstad. We rijden op de enige 4-vaks baan die we in heel IJsland tegen komen. Het plaatje camping zien we wat laat en mijn man kruist in één beweging de 4 vakken. Dat geef ik je hier eens te proberen zonder getoeter of zonder ongelukken. Blijkbaar hebben we het centrum ook gepasseerd zonder dat het ons is opgevallen.  Ik zou het eerder vergelijken met een vriendelijk, een beetje uit de kluiten gewassen, dorp.  We nemen de bus en gaan naar de toerist info en worden geweldig vriendelijk onthaald. Vermits het niet erg groot is, dwalen we wat door de rustige hoofdstad en proberen de typische Yslandse hotdog met alles op en aan. Een smoddertje en kon beter maar het zou een specialiteit zijn en dat moet je dan eens proberen. Als bij wonder is het ons gelukt zonder vervelende vlekken. Reykjavik heeft ook een shoppingcenter. Dat laten we links liggen. We zijn hier voor de IJslandse natuur. Als we een messenwinkel passeren, gaat mijn man wel binnen. Hij is een verzamelaar - tja. In een dorpje verder vinden we de maker van de messen. Mijn man heeft een halve dag in de werkplaats gezeten en honderduit gevraagd. We zijn nu een mes rijker (en heel wat geld armer ;-) ).


  • We rijden naar Pingvellir. Hier werden jaren en jaren terug al volksraden gehouden en als ze er niet uitkwamen was er één iemand die de knoop doorhakte. Lijkt mij heel wat minder te kosten dan al die ministers. Ook is hier duidelijk het breukvlak te zien. Er is een grote parking waar vandaan verschillende wandelingen vertrekken.


  • Weetje: Pingvellir is Unesco bescherm door zijn unieke karakter. Natuurkundig is dit gebied van 6 op 40km een plek waar je duidelijk de impact van de bewegende Noord-Amerikaanse en Euraziatische plaat kunt zien. Ieder jaar schuiven de platen 15mm verder uit elkaar.  Ook is dit de plek waar IJslands parlement is gevormd in 930. Omdat dit een centrale plek was, die voor iedereen te bereiken was, kwam hier ieder jaar een volksvertegenwoordiging samen. Van over het hele land kwamen verkopers, landeigenaars, boeren en noem maar op, naar hier om verbonden te sluiten, twisten bij te leggen of wat dan ook. De Noord-Amerikaanse plaat ligt merkelijk hoger dan de Euraziatische. Dit had het mooie voordeel dat dit als een soort natuurlijke microfoon gebruikt kon worden. Van op deze plaat konden makkelijk 20 à 30.000 mensen toegesproken worden.  
 
  • Op de info zijn we even gaan vragen of we weg 52 kunnen rijden met de mobilhome. De man raadt ons aan om 52 tot de splitsing te nemen en van daaruit op een (nog kleinere) weg over te gaan. We worden dus behoorlijk door elkaar gehost. We rijden tussen twee gletsjers door. Helaas wil het weer niet helemaal mee. Toch zijn er hele mooie stukken tussen. We rijden door kilometers en kilometers rotsblokken – een woestijn van stenen. Af en toe zitten er pittige hellingen die door de losse stenen niet altijd even makkelijk te nemen zijn. We rijden hier haast alleen.  Als we stil staan om foto's te nemen, wordt er altijd gestopt om te vragen of we problemen hebben. Door de verlatenheid is het een ongeschreven wet in IJsland dat je altijd even stopt en vraagt of alles in orde is.

  • Aangekomen op de 50 kunnen we haast onmiddellijk naar de Hraunfosser of lavawaterval gaan kijken. Het lijkt alsof deze waterval zomaar uit het niets ontstaat, er is geen rivier achter de waterval te zien. Heel apart en mooi om te zien.
 
  • Weetje: het lavaveld is gevormd door een uitbarsting. De vulkaan ligt nu onder een gletsjer. Vermits lava poreus is en waterdoorlatend, komt smelt water en regenwater zowat 46km onder de lavablokken doorgelopen om hier over een afstand van ongeveer 900m uit te komen.
 
 
  • Iets verder ligt de Barnafoss oftwel de kinderwaterval. Deze zou zo vernoemd zijn omdat hier met kerst twee kinderen verdronken zijn toen ze op een natuurlijke brug stonden. De moeder zou dan de brug vernietigd hebben zodat anderen niet hetzelfde zou kunnen gebeuren. In de waterval zelf is nog wel een kleinere stenen brug te zien.

  • We rijden rustig verder tot Borgarnes. Hier tanken we en kopen we wat brood. We gaan hier ook een kleine camping op om morgen het schiereiland te bezoeken.
 
  • Ergens had ik gelezen dat op dit schiereiland een hotpot zou zijn. We gaan dus op zoek. We nemen de 54 richting Ölafsvik. Iets na de 55 slaan we linksaf. Dit was een niet geasfalteerde weg. Om eerlijk te zijn, staat die weg zelfs niet op onze landkaart. Binnen de kortste keren heeft de mobilhome geen kleur meer. Gelukkig kan je hier in het merendeel van de garages auto's en mobilhomes volledig gratis afspuiten. Soit, iets verder was er een hotpot. Je  moet  via stapstenen een water over. Mijn man ging er eerst lichtvoetig over. Daarna, toen hij mij voordeed hoe het moest, ging hij er lichtvoetig in. Niks – oh wat erg mijn schoenen, sokken en broek. Het moest de mobilhome maar eens geweest zijn. Soit, hij heeft foto’s getrokken maar is niet de hotpot ingegaan – de flauwe.  Als je de hotpot vindt, altijd eerst even voelen. Het water heeft wisselende temperaturen. Te koud is gewoon even gillen, te warm....

  • Dan zijn we op zoek gegaan naar de tweede hotpot. Die lag langs de 55. Hier moesten een weg inslaan en deze moesten we 5 km volgen. Je raadt het al – de weg was niet geasfalteerd. Van de 54 ga je dus de 55 op. Je neemt de eerste (niet geasfalteerd) weg naar links en blijft deze volgen. De omgeving heeft een hele mooie rode kleur, alleen hiervoor is deze weg al de moeite. Als je denkt dat je niet meer verder komt omdat je zowat op de koer van een huis uitkomt, rij je toch door. Je rijdt voor het huis door, je buigt dus af naar rechts (vergeten poorten niet terug te sluiten). Iets verder parkeer je je langs een grote lavablok. Wandel om het blok naar rechts en hier ligt het poeletje in een heerlijke omgeving. Eerst even voelen en dan erin zoals god ons gemaakt heeft.
 
  • Je moet de hele mooie stoffige weg weer terug tot aan de 55 en zo terug tot aan de 54. En opnieuw naar rechts. De weg langs de kust is echt heel mooi. We hebben op verschillende plaatsen genoten van de grillige rotsformaties langs de kust.



  • Het was prachtig weer. We zagen de vulkaan met zijn ijskapje mooi duidelijk. Dit zou niet al te vaak gebeuren.  We hadden het zelfs warm in de mobilhome achter glas. Ook buiten kon de dikke trui uitblijven maar je moest nog wel iets aandoen tegen de wind. Hier ronden we het schiereiland om van de andere kant terug te rijden. Dit is gravelweg maar dat valt geweldig mee. Niet het ontzettende gerammel wat we al eerder gehad hebben. Ondanks dat het meer dan 50km gravel is, gaat het goed vooruit. Drie goede dingen: de weg valt mee, het weer is prachtig en de natuur is fenomenaal.



  • Onderweg stoppen we zelfs aan een uitzichtpunt om walvissen te spotten maar die hebben we niet gezien. Helaas. Maar we komen wel onderstaande jongens tegen :-)

  • Als we op een nieuw stuk gravel komen, krijgen we druilerige regen. Nu komt er geen stof op de mobilhome maar modderspatten. Binnen de kortste keren heeft de camper geen kleur meer. Gelukkig is er direct een benzinestation als we terug op de 1 uitkomen. Het merendeel van de benzinestations hebben een soort kade waar je jouw voertuig zonder problemen even kunt afspuiten. Geen overbodige luxe.
 
  • We gaan opnieuw een tour rond het volgende schiereiland doen. We volgen de 74 die overgaat in de 745 en de hele kustlijn volgt. Hier zouden zeehonden zitten en er zijn ook walvissen gesignaleerd. De zeehonden hebben we gevonden, de walvissen niet. In de plaats daarvan hebben we opnieuw modder op de mobilhome. We gaan een kerkje bezoeken dat volledig gemaakt zou zijn uit drijfhout. Ik had het iets duidelijker zichtbaar verwacht. Er was echter geen verschil met kerkjes die we al gezien hadden. De muren waren van turf. Een paar foto’s en verder. De 745 wordt 75 en zo komen we terug op de 1. Gelukkig moeten we tanken. Nu kan Ludo zijn mobilhome opnieuw afspuiten ;-). Het was mooi maar ook niet meer.


  • Iets verder gaan we opnieuw een gravelroute op. Op het einde van deze route is een hotpot. We kunnen hier ook overnachten. Hier blijven we dus staan. Het is een heerlijk plekje. Een absolute aanrader. Het stomme is dat we vergeten zijn op te schrijven waar deze plek zich precies bevindt. Als iemand het weet, laat het ons even weten. Je rijdt (ongeveer 20km denk ik) op onverharde weg. Dan kom je aan een poort. Hier meld je je en kan je op een kleine camping staan. Er zijn twee aangelegde hotpots. Eentje is behoorlijk warm. Achter de muur is de noordelijke IJszee.

  • Ludo is momenteel naar onze diepvriezer aan het kijken. Die heeft het opgegeven. Denkelijk ergens een schroefje uit ofwel vol met modder.
 
  • We vervolgen de weg aan de noordkant van Ysland. We zitten iets meer in de hogere bergen maar nog altijd tegen de zee aan. Als we de bergrug over moeten, kwamen we op gravel terecht. Dit in combinatie met regen zorgde natuurlijk voor een erg modderige mobilhome. De omgeving was wel prachtig en gelukkig stopte het ook nog met regenen.

  • Iets voorbij Akureyri zijn we afgedraaid op de 821. Ik had gehoord dat dit een mooi dal was. Per toeval zien we rechts van ons een allerliefst kersthuisje staan. Natuurlijk zijn we gestopt en hebben we de nodige foto’s genomen. Er was ook een hoekje voor het ongeboren kind. Blijkbaar hebben de eigenaars een kinderwens die niet in vervulling gaat. Heel mooi en ontroerend. Het is niet ver van de ringweg af. Zeker eens doen. Dit is echt een aangename verrassing.

 
  • We vervolgen onze weg tot de eerste linkse afslag en komen via de andere weg terug op de 1. Voor het dal moet je deze route niet doen maar het kersthuisje is zeker zijn ommetje waard.
 
  •  Onze volgende stop is Godafoss of de waterval der goden. Als er in IJsland besloten is om als officiële godsdienst het Christendom te nemen, heeft hier de één of andere boer zijn afgodsbeelden in de waterval gegooid als blijk van zijn bekering..  Christendom of niet, overal zitten nog de nodige sages in verweven.  De waterval is zeker ook één van de mooiere. Hij is niet zo hoog, slechts 12m, maar gaat over een breedte van 30meter. De waterval wordt ook als het ware in stukken gehakt door de rotsen. Dit maakt het geheel zeker ruwer. Ook hier weer kan je tot aan de waterval wandelen. De parking ligt trouwens vlak bij de waterval. Voor diegenen die geen toilet hebben, hier kan dat achter het toeristengebouw. Als wij er waren, was hij, ondanks de drukte, zeer verzorgd.

  • Het wordt ondertussen erg bewolkt en we rijden verder naar Myvathn. Myvathn is een prachtige plek. We gaan de toerist info op voor bijkomende informatie. Als eerste gaan we de kokende modder bekijken. Dit is echt de moeite om te zien. Het borrelt, stoomt, bruist en het stinkt dat het een lieve lust is. Aan de overkant rijden we langs het fabriek door dat stroom maakt en zo verder naar boven. We gaan aan het kratermeer kijken. Ludo kijkt of hij naar boven kan maar het is te glibberig. Dit is dus echte leemgrond en het fiezelt. Dit zorgt ervoor dat het spekglad is. Iets terug gaan we dan de andere parking op. Hier vertrekt mijne schat alleen op pad. Nu heeft hij zijn hoge wandelschoenen aangedaan. Helaas gaat het met momenten nog harder regenen. Gelukkig heeft mijne schat goeie schoenen en een goede jas aan. Ik krijg een telefoontje als hij op de hoogste berg staat. Ik wuif en ga ervan uit dat dat oranje stipje hem is. Als hij zo een twee uurtjes later terug komt, staat de warme soep klaar.

http://www.visitmyvatn.is/en/events


  • We gaan aan het meer de camping op. Het is er behoorlijk druk, een stuk duurder dan elders en belange niet genoeg wc’s en douches voor iedereen.  Gelukkig hebben we ook alles in de mobilhome.

  • We wandelen nog eens het dorp in of wat voor een dorp kan doorgaan en sluiten de dag af.
 
  • We rijden terug naar de moddervelden aan de voet van de Namafjal-berg. Mijn schat overtuigt mij dat ik makkelijk tot aan de moddervelden kan geraken. Dat is ook zo. Er zijn mooi aangelegde vlonders waar het pad te oneffen is. Ik kan zonder problemen het hele moddergebied rustig bekijken. Verder door wordt de weg te ongelijk en zijn er ook diepe kloven (waar ik dus een panische onredelijke angst voor heb). Hier bedank ik dus voor maar ik ben toch wat blij dat ik dit heb mogen zien.

  •  Nu maken we de tour rond het meer met de nodige stops. Het meer is gewoon prachtig. Volgens sages zou het meer van Myvathn gevormd zijn toen de duivel keek naar de aarde die God geschapen had. Hij is dan zo jaloers geworden dat hij op de aarde gepiest heeft. Dit zou het meer van Myvathn zijn. Dan had de duivel gegarandeerd stenen op zijn nieren. Maar het resultaat is ronduit prachtig.

  • We kijken ook nog naar een veld van grillige lavaformaties van Dimmuborgir. Hier hebben we stevig regen.  Dit is hoogstens vervelend maar pleegt niet echt afbreuk aan de omgeving. Eerder het tegendeel. Het zorgt voor een extra lugubere toets.
 
  • En iets verder gaan we de pseudokraters van Skütastadir bekijken. Hier blijft het gelukkig tamelijk droog en we hebben zelfs af en toe zon. Dit is ook heel apart om te zien. Je wandelt om de kraters die niet ontstaan zijn door een eruptie van magma maar door een gasontploffing. Het ziet er eigenlijk heel vreedzaam uit daarom dat het ook wel wat beangstigend is.


  • Dan rijden we verder richting kust. In Huszavik zou een warme bron zijn. Die vinden we en we vinden ook een dikke steen op de weg. Gelukkig geen stukken. Het is een mooi meertje dat zeker ideaal zou zijn voor de kinderen want het is niet diep en het ligt mooi in een kom zodat de wind er niet aan kan.

  • In Huszavik zou ook een gezondheidsbad zijn. Ook dat vinden we met een beetje geluk, ik geef het toe. Je rijdt door de hoofdweg naar het noorden. Dan sla je rechtsaf en de weg gaat omhoog. Je blijft omhoog rijden tot je aan een gebouwtje uitkomt. Ga hier maar eens kijken. Dit is een grote inoxe kuip waar warm water in zit dat 1500 meter omhoog is gepompt. Het zou geneeskrachtig zijn. Het is alleszins gewoon zalig. We blijven hier een hele tijd dobberen tot we mooi rozig zijn. Probeer dit zeker te vinden. Het ligt dus alleszins iets buiten het dorp boven op een helling. Je komt hier ook heel wat IJslanders tegen. Zij zweren bij een bad in de winter midden in de sneeuw.

  • We besluiten hier de nacht door te brengen. Niet de meest rustige plaats want het blijft een komen en gaan aan de badkuip. Allemaal dorpsbewoners. Toch zou ik er opnieuw gaan staan.
 
  • Huszavik is trouwens nog meer bekend voor zijn whale watching. Zowat iedere dag vertrekken er boten vanuit de haven.

  •  We volgen verder de kustlijn via de 85. Het waait stevig. Als we aan het natuurpark Asbyrgi aankomen, gaan we eerst naar de toerist info om te kijken waar we overal met onze mobilhome door kunnen. Als eerste rijden we een 5 km de kloof in. Ondanks dat deze weg niet direct op de kaart staat, is hij volledig geasfalteerd. Het is niet breed maar dat is toch wel onze kleinste zorg. We rijden door de kloof tot de wanden helemaal sluiten. Je kunt hier nog wandelen tussen de berken. Gewoon rustig, niet adem benemend.


  • Dan volgen we een route die feitelijk een F-route (4x drive) is maar die wij een stuk mogen volgen. Met heel wat hobbelen komen we op een prachtige plek. Je kijkt van boven in een magnifiek dal. Heel rustig rijden we de steile weg naar beneden. Hier kan je verschillende  prachtige wandelingen maken. Wij gaan naar de kernen van de kraters die hier bloot liggen omdat hier, jaren en jaren geleden, ooit een giga overstroming is geweest en alles mee heeft gesleurd wat niet vast genoeg zat. Zeer zeker de moeite! Van hieruit zijn ook langere wandelingen naar oa de Dettifoss.


  • Van hieruit hobbelen we terug naar de hoofdweg,85, en nemen na enige tijd  weg 864 naar de Dettifoss. Ook dit is een gravelweg. De weg zelf is vrij saai maar de Detifoss maakt dan weer alles goed. Dit is gewoon fenominaal. De Dettifoss ligt in een prachtige canyon. Het water dendert over een breedte van 100m 44m naar beneden met maar liefst 500m3/sec. Hiermee is dit de grootste waterval van Europa wat volume betreft. De parking is boven. Je moet op een hobbelig pad naar beneden. Ik heb het ook gedaan. Neem er je tijd voor als het niet goed, langzaam kan ook.

 
  • Wij blijven de 864 volgen. Kijk of je geen andere weg kunt nemen. De weg verder is echt wel ontzettend slecht. We worden weer flink door elkaar geschut en in die mate en zolang dat je zelfs geen oog meer hebt voor het omliggende landschap. We kijken aan de eerste kruising op de camping maar deze stelt echt niets voor.
 
  • We gaan dan de 1 op. Het eerste stuk rijden door een maanlandschap dat langzaamaan toch wel heel mooi wordt. 
 
  • Na een aantal kms slaan we rechtsaf de 901 op richting Modrudalur. Dit zou vroeger de hoofdroute geweest zijn. Een 8 km verder kom je in Modrudalur en hier is een kleine camping. De weg is goed te doen en de omgeving is prachtig. We hebben dus geen spijt dat we zijn afgedraaid. De camping is, zeker naar IJslandse normen, een juweeltje. We gaan in de kantine een kom soepen eten. Bwa, het is warm. Van uit de camping kan je trips regelen naar het binnenland. Ze staan erg goed aangeschreven. Wij moeten helaas passen. Onze tijd raakt op.

  • Dit is onze laatste volle dag op IJsland. We vertrekken ’s morgens verder over de secundaire weg. Bijna aan de 1 draaien we een nog meer secundaire weg op. Hier is een museum van een boer die hier in vroegere jaren gewoond heeft. Het is een prachtige locatie en het weer wil ook een beetje mee. We rijden nog een stukje verder over deze weg maar dan wordt hij toch wel erg slecht en er is in verhouding niet veel meer te zien. We keren dus terug op onze schreden. Na enig herleggen van een paar stenen, kunnen we draaien. Op deze manier komen we terug in mooier gebied. We zien overal watervallen en stoppen hier en daar. In de vroege namiddag komen we aan in Eglisgtadir. Hier gaan we eerst een softijs eten. De medium softijs is ons dit maal de baas. We moeten ongeveer nog een grote Belgische softijs weggooien.  Yslandse softijs is supergroot maar ook super lekker!

  • We doen wat inkopen voor op de boot. Dan rijden we naar de haven. Hier moeten we eerst een bergkam voor over. Natuurlijk zorgt dat voor mooie uitzichten en prachtige watervallen. Helaas trekt de lucht toe.  In Seydisfjordur rijden we eerst nog wat rond en zoeken dan de camping op. We gaan nog wat wandelen. Later op de avond begint het water te gieten. Wat een afscheid van dit land. Er staan trouwens heel wat mobilhomes te wachten voor morgen.

  • D-day! Vandaag gaan we terug de boot op. We moeten ons om 9 melden voor een vertrek van de boot om 12 uur. Om 10 komen ze zeggen dat de passagiers zich apart moeten aanmelden. Ik vertrek dus maar. Misschien heb ik zo nog een stoel in de wachtruimte. Ik neem zowat de laatste stoel in beslag. Ik praat wat met een Nederlandse. Zo gaat de tijd sneller vooruit.

  • De boot vertrekt vrij stipt. We nemen afscheid van dit prachtige land.

 






Geen opmerkingen:

Een reactie posten