woensdag 11 maart 2015

Denemarken - Zweden - Noorwegen

Reis in 2012

Dit wordt een extra lange reis. We trekken er twee maanden voor uit. Via Denemarken, gaan we via de bruggen naar Zweden tot helemaal boven. Daar rijden we Noorwegen in om de Lofoten te bezoeken. Via Noorwegen rijden we terug zuidwaarts en dan terug Zweden in.
Iemand in Zweden vertelde ons dat Zweden rust voor de ziel is en dat is eigenlijk de juiste omschrijving. Je moet er geen spectaculair landschap verwachten maar een rustige schoonheid die langzaam maar zeker via je poriën in je lijf kruipt.
Op de Lofoten krijg je dan alsnog je spektakel om weer in alle rust af te sluiten in Zweden.

  • We vertrekken 15 mei. Het is druilerig weer en we rijden naar het noorden, dat belooft. Nu ja we hebben er ons goed op voorzien. Tegen alle verwachtingen in, loopt de temperatuur op naargelang we verder rijden. Leuk!! Een zeker moment zien we zelfs dat het buiten 26° is. Heerlijk toch. We rijden tot net voor de Deense grens en houden het verder voor gezien.

  • Flensburg, Am Industriehafen (GPS n54.80444   o9.44388). Dit is een vrij eenvoudige plaats aan het water.

  • Als we verder rijden zien we wat meer van Flensburg. Het is een echte hansenstad met een leuke haven. Ver rijden we vandaag niet. We gaan Copenhagen bezoeken.

Copenhagen


  • Copenhagen, City Camp, Fisketorvet, Kalvebod Pladsvey (GPS n55.65889   o12.55778). Dit is een plaats waar 50 mobilhomes kunnen staan. Mooi is het niet maar er zijn bussen. Wij hebben echter de fiets genomen. Copenhagen is een prachtige stad om te fietsen.  Je kan het ook wandelen. De parking is op ongeveer 2km van het centrum.

  • 15 mei is deze plaats nog niet open. Wij hebben ons op een parking aan het water gezet en hebben hier geen problemen gehad. We hebben heel rustig geslapen.


  • !!!!! TIP !!!!!    Op de toeristinfo kan je een kaart vragen met een voorgestelde wandel (fiets)route. Via deze route zie je zowat alle bezienswaardigheden van de stad. De route staat nergens gemarkeerd. Met de fiets moet je dus geregeld stoppen maar het is zeker de moeite.

  • Natuurlijk fietsen we door Nyhavn. Dit is zowat het drukste stuk van de stad. Het zeemeerminnetje heeft met recht en reden de verkleinvorm. Het is het een mooie samenvoeging van Hans Christian Andersson en de Denen met hun liefde voor de zee. Het ligt ook in een mooie omgeving. Copenhagen is een lust om met de fiets te doen. Het is er merkelijk rustiger dan in onze steden. Er zijn mooie brede fietspaden en er staan geen auto's of vrachtwagens op de fietspaden geparkeerd. Ik heb op de toeristinfo gevraagd hoe ze dat doen. De dame bekeek mij totaal verbaasd. Er staan geen auto's geparkeerd omdat dit verboden is. Die gaat dus ogen open trekken als ze eens naar Brussel komt.
  • Ook de parken vinden we super. We hebben hemels weer. Zowat heel Copenhagen zit in de parken. Hier zit dus iedereen op het gras. Dit geeft een heel gezellige drukte.
 

 
  • Ik wil ook graag de bib zien. Dit is een combinatie van de oude bib en een ultra moderne bibliotheek. Ze wordt ook zwarte diamant genoemd en herbergt maar liefst 8,5 miljoen boeken. Dat krijg ik dus nooit uitgelezen. Het oud en nieuw is op een mooie manier samen gebracht. Ook binnen zie je een vlotte overgang van oud naar nieuw. Je hebt nieuwe, moderne leesruimtes en je hebt de haast antieke leesruimtes. Hier vraagt men stilte. Dan heb je ook open ruimtes waar jongeren samen zitten te studeren.


  • Het operagebouw staat ook op mijn verlanglijstje. Dit is aan de andere kant van het water. Het weer is zo prachtig dat we met plezier overal rond fietsen. Het gebouw is gesloten maar de buitenkant kan mij zeker bekoren.


  • We rijden ook door Christiana, de vrije stad binnen de stad. Hou er rekening mee dat je niet overal moogt foto's nemen. Hier worden openlijk drugs verkocht. Nu, bij een prachtig zonnetje, heeft het wel een zekere charme.


  •     
  • Blijkbaar is 17 mei een feestdag in Noorwegen. Je verwacht dan natuurlijk niet direct festiviteiten in Copenhagen. Toch woont hier een behoorlijk grote Noorse gemeenschap. Op onze reis door Noorwegen hebben we niet zoveel prachtige klederdrachten gezien als hier op deze toevallige ontmoeting.

  •  ’s Avonds bezoeken we het Tivolipark. De verlichting zou fantastisch zijn. We nemen de entree alleen voor het park en verwachten dan ook iets parkachtig. Dat is het nochtans niet echt. Je kan tussen de attracties doorwandelen, genieten van al het gejoel en geschreeuw en je ziet overal bloemen staan. De bloemen zijn wel heel mooi verzorgd en rijkelijk aanwezig. Het is dus wel de moeite. We blijven tot het donker is voor de verlichting. Om 10 begint er echter ook een concert van één of andere beroemde Deense zanger. Volgens ons is zowat heel Copenhagen in tivoli. Het is razend druk. De verlichting is mooi maar ook weer niet uitzonderlijk. Nu ja, het zit in de prijs inbegrepen en dan neem je het natuurlijk mee.



  • !!!!! TIP!!!!   Als je alleen wilt genieten van het park en geen gebruik wilt maken van de attracties dan kan dit. Er zijn twee soorten tickets. Je betaalt dan minder en kunt gewoon rondwandelen.
 

Zweden

 
http://uk.oresundsbron.com/page/948   Hier vind je al de nodige info voor de brug naar Zweden.
 
Nergens moeten aanschuiven, het ging uitermate vlot.
 
  • !!!! TIP !!!! Stop aan de eerste parking na de brug. Je kunt hem haast niet missen. Hier is een toerist info met giga veel info over Zweden. Vraag hier zeker ook de speciale kaart met parkings waar je kunt lozen. Super handig.

 Zuid Zweden

  • We rijden richting Trelleborg om de zuidkust te volgen via de 9. We nemen een kleine omweg naar Falsterbo en Skanör. Dit is gekend voor zijn km's stranden. En vermits het weer prachtig is, gaan we dat even doen.  Zo zakken we verder af naar Ystad. Dit is een mooie landelijke weg. Je rijdt midden tussen immense velden en toch is de zee nooit ver weg. Soms lopen de koeien tot aan de zee (ha zo komen ze aan gezouten boter ;-) ) soms zie je mooie stranden. Er is heel wat  volk te zien. Het is dan ook 25°. In Ystad nemen we niet de ring maar volgen we de kuststad.
 


  • Ystad, parking aan het strand na splitsing met de ring, de kustweg blijven volgen. Net voor het stadje ligt de mooi gelegen parking. Zoals je hieronder kunt zien, ondergrond is gras. Hier kan je dus zonder problemen overnachten.
 
 
  • We nemen onze fiets en gaan het stadje verkennen. Het voelt alsof de tijd hier is blijven stil staan. Overal vind je mooie kleine vakwerkhuisjes. Ystad zou zijn welvaart te danken hebben aan smokkelarij tijdens de oorlog met Napoleon. Toch is Ystad één van de meest moorddadige stadjes - tenminste als we de afleveringen van commissaris Kurt Wallander mogen geloven. Fans van deze commissaris kunnen op de toerist info een brochure met een speciale wandeling vragen.

 
  • Vandaag staat Kaseberga op het programma. Hiervoor blijven we, bij momenten smalle, kustweg volgen.  Kaseberga staat naar rechts aangegeven. Kaseberga is een piepklein havenstadje. Als het druk is, kan je aan de ingang van het dorp je mobilhome achterlaten. Hier is een ruime parking. In het haventjes is weinig plaats. In het haventje moet je eigenlijk zijn voor de visrokerij. Je zult er onderweg nog verschillende tegenkomen maar deze is vrij gekend. Laten we wel wezen, de vissen zijn prijzig maar oh zo lekker. Vermits de vis gerookt is, is hij vrij lang houdbaar. Je kunt dus een voorraadje inslaan.
  • In Kaseberga moet je ook zijn om Ales Stenar te bezoeken. Daarvoor is de parking aan de ingang van het dorp ideaal. Je kunt er ook komen vanuit de haven. Hier moet je wel direct langs de kliffen omhoog, een behoorlijke klim. Vanaf de eerste parking is het een aangename wandeling. Ales Stenar zijn 50 rechtopstaande stenen die in de vorm van een Vikingboot zouden staan. Hier heb je wel enige fantasie voor nodig. De stenen zouden ook zo opgesteld staan dat ze de langste en kortste dagen zouden aanduiden. Het is een magische plek met een geweldig uitzicht.
Op de parking van Kaseberga hebben wij drinkwater bij getankt.
 


 
  • We blijven de kust volgen om terug richting Kristianstad.  Onderweg kom je een paar maal een wegwijzer tegen voor natuurreservaten zoals Sandhammaren. Het is zeker de moeite om hier eens in te rijden. Alles is geasfalteerd, alleen even opletten voor drempels. Je komt uit op de mooiste stranden.
 
 
 
  • Simrishhamn staat aangegeven als een leuk dorp. Dat is het ook. Wij zelf vinden Skillinge eigenlijk mooier. Hier kopen we ook brood.
 
  • Stenshuvud National park is onze volgende halte. Zoals in (ik denk zo wat alle) nationale parken, mag je hier niet overnachten. Je rijdt door een heerlijk loofbos dat uitnodigt om te wandelen. Er is een mooie grote parking voorzien die in het hoogseizoen betalend is. Er is een pad naar zee dat flink naar beneden gaat (en terug dus flink omhoog). Voor diegenen onder jullie die geen zin hebben in de klim, kunnen vanuit de info genieten van het mooie uitzicht. Hier is ook een kleine tentoonstelling opgezet.
 
 
 
  • Kungagraven in Kivik: deze geweldige grafheuvel zou uit de bronstijd stammen. Je kunt ook de binnenzijde bezoeken. Helaas zijn het beperkte openingsuren in mei. Een probleem dat we tot ver in juni tegenkomen in Zweden. Toch blijft ook de buitenzijde mooi om te zien. De grafheuvel is bedekt met duizenden donkere platte stenen. Het aangrenzend café is ook ontzettend charmant gelegen en nodigt uit om iets te drinken....als het dus open is.

 
  • Verder naar Ahus vinden we helaas geen plekje om te overnachten. Op alle wegen richting kust staan kleine huisjes en de vermelding dat er niet overnacht mag worden.
 
  • Via Ahus rijden we richting Kristianstad en slaan af richting Arkelstorp. Aan het slot van Bachastog, tussen twee meren, vinden we een mooie overnachtingsplek. Hier hebben we wel even toestemming gevraagd. Er zijn geen voorzieningen. Je kunt 's avonds nog wel leuk door het park wandelen.

 
  • we rijden rond de meren. Iets verder zien we nog een tweetal parkings die als overnachtingsplek zouden gediend kunnen hebben. De weg van Nassum naar Solverborg vinden we iets minder. Het meer is maar sporadisch te zien.
 
  • In Solvesborg nemen we een kijkje maar we zijn niet zwaar onder de indruk.
 
  • Karlsham: grote parking met enkele plaatsen voorzien voor mobilhomes aan de toeristinfo.
 
  • We parkeren op de grote parking van Karlham, lopen even de toerist info binnen en controleren onze mails en sturen wat nieuws voor het thuisfront. We rijden met de fiets het dorp in. We nemen niet de weg langs het water maar de weg die er net parallel  langs loopt, één straat verder. Dit is best een leuke weg. In het grootwarenhuis " Willy's" op het plein doen we wat inkopen. Er is hier een geweldige variëteit aan verse producten. Heerlijk. We ontdekken al snel dat Willy's een keten is en maak hier dankbaar gebruik van.
 
 
  • Karlskrona is de marinestad bij uitstek. De grote marinebasis en scheefpswerven zijn Unesco beschermd.
  • Als je naar Karlskrona gaat, ga je niet echt voor de stad, alhoewel hier een paar mooie boetieks te vinden zijn, maar kom je voor het museum.  Het museum ligt op een schiereiland. Er ligt een grote parking aan de andere kant van het water. In het museum moet je zeker naar de kelders, hier daal je af onder zeeniveau
 
  • !!!! controleer de openingsuren (zie link) Buiten het seizoen is het museum niet altijd open.
 
  • !!!! Tip voor kinderen !!!! Dit museum is zeker een aanrader voor kinderen. Haast alles mag aangeraakt worden.
 
  • Vermits er geen speciale plekken zijn voor mobilhomes in Karlskrona rijden we verder voor een plek. We volgen de 9 tot Soderakra en nemen verder de kustweg
 
  • We slaan af richting zee naar Kolboda. We rijden langs de camping door verder tot aan de zee. Hier is een piepklein haventje met twee boten. Het is er ongelofelijk mooi. We hebben hier zonder problemen kunnen overnachten.
 
  • Kalmar heeft een prachtig, fotogeniek kasteel. Langs het kasteel ligt de oude stad. Heel leuk om door te struinen met nog echte smalle oude straatjes. Aan de andere kant van het spoor ligt, opnieuw op loop- of fietsafstand de "nieuwe" stad.  In 1647 (als ik het goed heb) is er een grote brand geweest in de oude stad en hebben ze een nieuwe gebouwd. Het centrum van de stad is dus nog altijd deze nieuwe stad met zijn rechte straten. Rond de nieuwe stad werd een muur gebouwd ter verdediging tegen de Denen. Hier vind je nog sporen van terug. Ook de omgeving van Kalmar is heel leuk met heel veel fietspaden.

 
  • Kalmar Ölandskajen (GPS n56.66031   o16.36131) Als je het slot voor jou ziet, zie je links van jou, aan het spoor, ook een grote parking. Rij hier voorbij met het slot rechts van jou en deze parking links. Neem de eerste weg links. Hier zie je onmiddellijk de toeristinfo. Tegenover de toeristinfo zijn speciale mobilhome parkings, wel betalend. Als je betaalt, krijg je een sleutel. Hiermee kun je gebruik maken van de toiletten en de lekkere warme douches. Zowel het oude als nieuwe Kalmar ligt op loopafstand.
 
 

Oland

 

  • Tijd om het eiland Oland te bezoeken. We rijden via de brug direct achter Kalmar naar het eiland. We volgen de 136 naar het zuiden. Deze weg loopt niet direct langs de kust maar iets hoger. Dit zorgt voor heel mooie uitzichten aan de rechtzijde en een mooie kalksteenplateau langs de linkerzijde. In deze unieke vlakte zijn overal wandelmogelijkheden.  Je vindt hier ruige planten afgewisseld met heide en verschillende soorten orchideeën. Ik kan mij zo voorstellen dat hier in de winter de wind giert en dat het echt wel ijskoud kan zijn.
 
  • Je ziet ook enkele van de houten windmolens, waar Oland bekend voor is, langs deze weg. Ga zeker een kijkje nemen. Niet alle windmolens zijn geopend maar het is toch de moeite om dit even na te gaan zodat je ook het mechanisme van kortbij kunt bekijken. Ze werken op een andere manier dan de typische Nederlandse molens. Momenteel zijn er ongeveer 400 molens op Oland. Rond 1800 waren er dat ongeveer 2.000. Leuk om te weten: als een boer verhuisde, nam hij zijn molen mee.
 
  • Duidelijke aanwezigheid van de prehistorie. Onderweg kan je op verschillende plekken runenstenen (grafstenen van de vikingen) of tumuli (grafheuvels) bewonderen.
 
  • Als je bijna aan het natuurreservaat bent, zie je een lange muur die precies het hele eiland doorkruist. Dat is ook zo. Deze muur, KarlX mur genaamd, is gebouwd in 1694 ter bescherming van de velden tegen het wild.
 

  • In het uiterste zuidelijke puntje kom je aan het natuurreservaat. Rij hier zeker in richting Lange Jan. De weg naar het uiterste punt is smal. Twee mobilhomes naast elkaar zal mikken worden maar de natuur is wonderbaarlijk. Je komt uit op een grote parking en ziet Lange Jan al liggen. Dit is de hoogste vuurtoren van Zweden. Als je weet dat de vuurtoren door Hollanders gebouwd is, snap je de naam :-)
 
 
  • We rijden terug tot aan de ingang van het natuurreservaat. We hebben niet dezelfde weg terug genomen maar we zijn naar rechts gereden en hebben zo de andere kant van het eiland verkend. Iets verder zien we Eketorp aan onze linkerzijde liggen.
 
  • !!!! Leuk voor kinderen !!! Eketorp: hier vind je een nagebootst Vikingdorp van 1050 met echte vikingen in hun traditionele kleding.
 
  • Borgholm: Borgholmgästhamn (GPS n56.88396   o.16.65328). Je komt op een heerlijk plekje aan zee te staan met een prachtige ondergaande zon. Het dorp is op loopafstand. Grijs water kan geloosd worden.
 


 
 
 
 
  • Borgholm: duidelijk een zomerdorp, gericht op het toerisme. Niet spectaculair maar met hun softice was alleszins niets mis.
 

  • We rijden terug de brug over en nemen de 25 richting Vaxjo. Hier komen we in het glasblazersgebied terecht. Hier iets aanraden is en blijft moeilijk. Ieder heeft immers een andere smaak. Vooraleer je het gebied wilt verkennen, kijk eerst waar je het meest van houdt. Alle glasblazerijen bezoeken, zou immers een geweldig tijdrovende, op den duur wat eentonige, en ook nog dure aangelegenheid worden.  De toeristische diensten in de omgeving geven trouwens een prima folder uit. Hier kan je de verschillende glasblazerijen zien met hun stijl, openingsuren en prijs.  De glasblazerij van Kösta is de meest bekende en daardoor ook het meest op toeristen ingespeeld.
  • Je komt hier ook in meer bosrijk gebied.
 
  • Vanuit Vaxjo nemen we de 30 naar Jonkoping.
 
  • !!!! TIP !!!!  Onmiddellijk als je op de 30 komt, zie je aan je rechterzijde een mooie parking aan een meer gelegen. Iets verder heb je een tweede parking. Dit zijn twee mooie locaties om te picknicken. Verder door heb je hiervoor minder mogelijkheden.
 
  • De route is saaier ondanks de bossen (dat is natuurlijk persoonlijk). Gelukkig komen we hier en daar door een paar mooie dorpjes.
 
  • Iets voor Jonkoping gaan we de E4 op om afslag 101 er terug af te gaan. We volgen een groene, hoger gelegen route. Het meer is echter nog amper te zien.  Misschien volgende keer gewoon de E4 blijven volgen. Iets verder gaan we opnieuw de E4 op en die volgen we tot de afslag 106 met Gränna.
 
  • Gränna is een snoepdorp bij uitstek. Het dorp is mooi gelegen aan het Vätternmeer. Het bestaat voornamelijk uit een lange hoofdstraat vol met houten huisjes met in heel wat etalages  zuurstokken in alle kleuren en smaken. Hier heeft Amalia Eriksson in 1859 het recept uitgevonden en ze vormen dus nu de voornaamste attractie in het dorp. Leuk om mee te nemen naar huis maar natuurlijk moet je zelf ook eens proeven :-)

  • !!!! TIP !!!! Loop ook eens binnen met Fiket, een eigenzinnig bakkertje annex verbruikersruimte. Er zijn twee gelagkamertjes ingericht met de meest gevarieerde zaken die het geheel toch een heel aparte charmante uitstraling geeft. Maar kijk zeker ook eens op het kleine terras en geniet van het mooie uitzicht.

 
  •  !!!! TIP !!!! Je mag overal in de stad gratis parkeren. Als je hier niet wilt overnachten maar alleen maar een paar uurtjes aangenaam wilt verpozen, is dit misschien handiger dan de betalende mobilhomeparking aan de haven.
 
  • Gränna, Gränna hamn, Amiralsvägen 49 (GPS n58.02805   o.14.46073). Deze overnachtingsplek ligt onder aan de haven. Het is ongeveer 500m van het dorp, maar wel 500 stijgende meters. Dit is een verzorgde plek, waar je kunt lozen en water nemen. Je ticket neem je aan de automaat.
 
  • We rijden tot Odeshog en volgen hier de parking. We hebben gehoord dat je hier ook kunt overnachten. We rijden echt wel kris kras door het dorp en komen met een soort jeugdherberg, heel mooi en heel groen gelegen. De parking vinden we toch wel wat krap en scheef. We wandelen toch eens over het domein.

  • Onze volgende halte is Hästholm. Dit is een piepklein dorpje tegen het water. Er is één mobilhomeplek aan het water, eigenlijk een gewone parking. Later op de avond komen ze zowaar 140kronen innen. Veel voor deze toch wel beetje kleine en scheve plek. De omgeving maakt gelukkig veel goed. We eten 's avonds in het restaurantje aan de haven en hier is ook niets mis mee.
 
  • Hästholm parking aan de haven: kleine plek en toch wel prijzig voor het gebodene. Wel rustige avond gehad.


 
 
  • Via de  50 rijden we naar Vadstena. Dit zou één van de mooiere dorpen van Zweden zijn. Zoals in iedere Zweedse plaats, kan je makkelijk fietsen. Verkeer zoals wij het kennen, is hier blijkbaar een onbestaand begrip. Vadstena is sowieso een leuke plek met een groot slot, volledig omgeven door water, een dorp met mooie oude houten huizen en een imposante kerk met een verrassend sober maar stijlvol interieur.  Wijk zeker van de hoofdstraat af en doe de zijstraatjes. Die vonden wij zelfs leuker. De oude apotheek aan de ingang van het dorp is zeker de moeite.
 
  • We rijden verder tot Motola en direct achter Motola volgen we  Borenshult. Hier gaan we op zoek naar de 5 sluizen aan het Götakanaall die direct achter mekaar liggen. Je kunt overal rondwandelen. Het is hier heel rustig.
 
  • Onze volgende halte zijn de sluizen van Berg. Dit zijn zeven achtereenvolgende sluizen  die 30 meter hoogteverschil overbruggen; een soort trap van sassen dus. Deze plek is veel meer toeristisch dan Borenshult. Parking is dus betalend. Je kan overal mooi rondwandelen. Het is zeker een stop maar. Toch vinden we Berg authenthieker.
 
  • Weetje: Het Götakanaal is aangelegd in het begin van de jaren 1800 om het transport te voorzien van hout en ijzer tussen Göteborg en Stockholm (naar de Oostzee) en heeft daarmee een lengte van ongeveer 190km. Het is één van de grootste bouwprojecten ooit gedaan in Zweden. Zo wat 58.000 soldaten zouden 87km van het kanaal met de hand uitgeschept hebben. De overige km's waren al natuurlijke waterwegen.
 
  • Via de autoweg rijden we naar Stockholm. We ondervinden nog eens wat file is, dat waren we niet meer gewoon.

 Stockholm

  • Geen officiële plek maar we stonden zeker niet alleen: Stockholm op de Strandvagen. Dit is op loopafstand van het Vasa museum. Het oude centrum van Stockholm ligt op ongeveer een kilometer. Er zijn totaal geen voorzieningen. Gedurende de dag is het ontzettend druk maar 's avonds is het relatief rustig.  Dit is een betalende parking maar 's avonds hoef je geen parking te betalen en blijkbaar ook niet op zaterdag en zondag. Je moet wel enig geluk hebben om hier een plekje te vinden.

 
  • Dit zijn we niet meer gewoon, wat is het hier druk. Tegen alle verwachtingen in vinden we een plekje op de Strandvagen. Er zijn niet overal fietspaden in Stockholm en zeker met kinderen is het opletten geblazen. Maar het is best doenbaar en eigenlijk een luxe in verhouding met onze grote steden. Opnieuw laten we ons leiden door de stadsgids 100% Stockholm. Hierin staan uitgestippelde wandelwegen. Onderweg doen ze bezienswaardigheden, musea, maar ook leuke winkeltjes en eethuisjes aan. Een ideale combinatie. Alleen even opletten: de wandelingen voor Stockholm zijn best lang. Wij nemen dus de fiets om te wandelen en dat vinden we ideaal. We fietsen tot aan het oude centrum. Hier zetten we onze tweewielers op slot. Het oude Stockholm is toch wel net te druk om met de fiets te bezichtigen. Maar het is zeker de moeite en je kunt er trouwens superlekker eten. Hier vind je trouwens ook het kasteel.
 
 
  • Het Vasamuseum is een absolute must (vinden wij dan toch). Ik geloof niet dat er iets gelijkaardigs op wereldniveau te zien is. De Vasa is een 17eeuws schip dat na amper 1500 meter gevaren te hebben, gezonken is voor de kust. Het heeft jaren geduurd vooraleer het schip terug op het droge getrokken is. 95% van het schip is in originele staat. Bijgevoegde website geeft je voldoende info. We hebben ook foto's genomen maar het is er vrij donker en de foto's zijn dus niet in allerbeste staat. Misschien kunnen hobby fotografen aan de ingang vragen of ze een statief mogen mee nemen. In het museum is trouwens overal goed uitleg gegeven in meerdere talen. Met het ticket kun je ook enkele schepen waaronder een ijsbreker bezoeken. Zeker ook de moeite.
 


 
  • Ook bij avond hebben we enkele mooie foto's kunnen nemen. We hebben ons nergens onveilig gevoeld. Natuurlijk letten we een beetje op. Het blijft tenslotte een grootstad.

 
 

Midden Zweden 

  • Van Stockholm rijden we richting Enkoping. We nemen de afslag naar Skokloster. De ligging aan het water (hoe kan het ook anders) kan ons alvast bekoren. Helaas alleen in het weekend open buiten het seizoen. Maar je kunt wel buiten overal rond wandelen zonder problemen.  Er staan trouwens overal bordjes dat je moet oppassen met de oude bomen en vallende takken. Wij verwachten echte reuzen maar dat is dus niet het geval. Het is niet spectaculair maar een gewone rustige schoonheid.
 
  • Nu gaat het verder van Enkoping en zo richting Sala. De velden worden "magerder" en bossen zijn bezaaid met rotsblokken. Als je dan bedenkt dat die velden ooit bossen zijn geweest, dan is dat toch een titanenwerk geweest om die velden min of meer rotsblokvrij te maken, denk ik dan.
 
  • Volgens de kaart die we in Mälmo gekregen hebben, kan je in Sala lozen. Dat klopt ook. We zien zonder problemen het grote kruispunt en de desbetreffende parking. Er zijn inderdaad goede voorzieningen.
 
  • We passeren Vesta en gaan zo verder via Hedemora naar Falun via de 69. Rechts is het dorp en links is het meer met een grote parking. We bezoeken het dorp maar dat stelt niet zoveel voor maar leuk om eens door te lopen. Wel lekkere softice :-)
 
  • Falun: wij hebben overnacht op de parking aan het meer, tegen het dorp aan. Hier waren een paar mobilhome-plekken. Dit was gratis.
 
  • Falun heeft ook een (betalende) parking aan de kopermijnen. Falu Gruva, Gruvagatan 38 (GPS n60.60099  o15.61492). Hier is, mits even vragen, water te krijgen en zijn er heerlijke douches.
 
  • De kopermijnen van Falun zijn een bezoekje zeker waard. Ze zijn sinds 1992 gesloten. Dit was de grootste kopermijn van Europa. Door de lucht, water (en misschien nog een paar zaken) bleven alle zaken verrassend intact in de mijn. Dit geeft een bezoekje toch een apart cachet zeker als je ontdekt dat ze pas ontdekt hebben dat hij al in 900nC zou bestaan. Je zult zien dat er nog werkzaamheden zijn. Men kijkt momenteel of het zin heeft om goudexploitatie te doen.  Voor diegenen onder jullie die niet houden van diepe donkere gaten (zoals ik dus), kunnen ook boven rondwandelen. Niet alles is open gesteld maar het is toch zeker de moeite. Je moet zeker ook eens een kijkje nemen op het uitzichtpunt - een verrassend diep gat. Mijn man heeft de mijn zelf bezocht en hij is er ook erg enthousiast over (brrrr)
 
 
  • Weetje: van het afval wordt de befaamde rode verf gemaakt waarmee heel wat Zweedse huizen geschilderd zijn. Zelfs dennenhout zou, dank zij deze verf, een paar eeuwen kunnen mee gaan. Deze verf is trouwens in het winkeltje van de mijn te kopen. Er is nog steeds een verffabriekje actief naast de oude kopermijn.
 
  • We nemen vanuit Falun de 69 verder naar Rätvik. Onderweg passeren we mooie meren en wijdse  bossen. Als we afdalen naar het Siljanmeer; krijgen we geweldig panorama over het meer. Zeker een stop waard voor een paar mooie fotootjes.
 
 
 
  • Het Siljanmeer is een geweldige trekpleister bij de Zweden, is ons verteld. Het kan hier dus in de vakantieperiode vrij druk zijn. In mei was er van die drukte niets te zien.
 

  •  Tällberg zou het mooiste dorpje aan het Siljanmeer zijn. Het is alleszins een piepklein dorpje met leuke  rode huisjes en enkele hotels
 
  • Aan het meer ligt een camping. De ligging is echt wel prachtig. Vermits de camping nog gesloten is, zetten wij ons aan de voet van het meer op een grasveldje. We staan hier trouwens niet alleen. De zonsondergang is alleszins grandioos.
 
  • Ratvik vinden we niet echt de moeite. We hadden toch wel iets meer van deze route aan het Siljanmeer verwacht. Volgende keer de route achter het meer eens proberen.

 
  • Mora is een gezellig dorp met behoorlijk wat parking. Leuk dus om de benen eens te strekken en wat winkeltjes te kijken. Ga zeker ook eens kijken bij Morahemslojd. Hier maak je alvast kennis met de Zweedse handarbeid die hier zeker naar waarde geschat wordt.
 

     
  • We gaan terug de E45 op. In het begin is hij nog vrij smal. We mogen niet harder dan 60 en hebben ook niet echt de neiging om harder te rijden, maar het betert. Overal waar je kijkt, zie je bos vol met bosbessen, afgewisseld met meren. Ondanks de vele borden met elanden, hebben we er nog geen eentje tegen gekomen. We maken wel kennis met de wegeniswerken. Kilometerslang worden er nieuwe kiezeltjes gelegd. Er staan borden met snelheidsbeperking. Helaas houden zich niet alle vrachtwagens hieraan. Het kost ons een voorruit en een lamp.

 
  • Net voor Sandjo en afslag 310 heb je uitzonderlijk mooie meren met een prachtige parking annex picknickplek.

 
  • We nemen afslag 310 om even van de "hoofdbaan", de E45, af te wijken. De kwaliteit van de weg wordt een stuk slechter. In Lilhagen zou een kobaltmijn zijn maar die vinden we niet.  We vervolgen de 296 Naar Karbole. De weg is nog altijd slecht. We moeten behoorlijk kuilen ontwijken. Alleen het laatste stuk is beter. Voor de omgeving moesten we deze kleine omweg niet echt genomen hebben.
 
  • Bijna op de kruising van de 296 met de E45 is er wel een prachtige overnachtingsplek met een vuurplaats en gezaagd hout, natuurlijk gelegen aan een meer.
 
  • Wij rijden opnieuw de E45 op en verder af via de 315. We staan aan het Handsjan. We hebben een geweldige overnachtingsplek gevonden, ook met vuurplek en gekloven hout en natuurlijk gelegen aan een meer, hoe kan het ook anders. We slapen hier prima. Oh ja, het valt ons op dat er hier zwart water is. Turf? We weten het niet.
 
  • We vervolgen de E45 tot Svenstavik. Hier nemen we links de 321. We nemen het Storsjön meer dus niet via de hoofdroute. Dit is een voltreffer. De 321 is een mooie, landelijke weg met rechts prachtige zichten over het meer en links zien we de besneeuwde bergtoppen. Direct na Sventavik is er een mooie picknickplek.
 
  • Weetje: in de winter vriest het volledige meer toe. Dan wordt er een weg over het bevroren meer aangelegd naar de andere kant zodat de mensen niet het volledige meer moeten rond rijden.
 
  • Onderweg stoppen we ook nog aan een leuk kerkje met een hele fraaie toren. Het uitzicht vanaf het kerkhof is trouwens grandioos. Wat een mooie laatste rustplaats.
 
  • Aan de E14 gaan we naar rechts, richting Östersund, om na een paar km's opnieuw rechts te draaien naar Fröso. We kijken af en toe uit over het meer en de bergen maar toch vinden we dit stuk iets minder mooi.  We nemen de geweldige brug over Froso en de brug naar Orrvikken.  Op Froso is trouwens een luchthaven. Onze weg werd een zeker moment zo breed dat we even dachten dat we ergens op deze luchthaven beland waren.
 
  • De weg naar Orrvikken vinden we weer heel mooi. Hier willen we Moose Garden bezoeken. Als we de elanden niet in het wild te zien krijgen, doen we het zo maar. Hier krijg je een rondleiding van een klein uur. Kijk wel even op de website of ze open zijn. In het voorjaar zijn er kalfjes en is het domein niet toegankelijk.
 

 
  • Ik geef toe dat ik ze liever in de vrije natuur zie maar volgens de eigenaar zijn elanden zoals God: je ziet ze niet maar ze zijn er wel. Tja
 
  • We rijden terug naar Ostersund. Ondanks het koude water, zien we hier kinderen al vrolijk in het water springen. Brrrr.
 
  • We vervolgen de E45 naar Stromsund. Hier willen we de wildernisroute op. We kijken even in de toeristinfo. Hij is al gesloten maar de folders zijn wel toegankelijk Leuk! Kijk ook eens op hun website.
 

Wildernisroute


  • Vanuit Stromsund rijden we de 342 op. Dat je 100 mag rijden, verwacht je niet direct op een wildernisroute.
 
  • Na een 30km komen we aan een klein plaatje "natuurcamping" (GPS N64°08.773   E015°41.020). Wat een heerlijke plek is dit. Wij staan hier sowieso helemaal alleen maar het is natuurlijk nog buiten het seizoen. Opnieuw vinden we een vuurplaats en gekloven hout. En in het water staat een plaat dat het water drinkbaar is. Heerlijk toch.  We kijken al waar en hoe we ons huis kunnen bouwen.
 
  • Met pijn in ons hart nemen we afscheid van dit mooie plekje. Langzaamaan begint de weg kronkeliger en ook mooier te worden. Geen 100 per uur meer. We slaan af naar Hallingsafallet en rijden over een kleine stuwdam. Ongeveer 25km rijden we evenwijdig met de hoofdbaan. Deze weg is niet geasfalteerd en ook niet in al te goede staat. Er is zware spoorvorming.  Het gaat dus langzaam vooruit. Gelukkig hebben we af en toe een mooi zicht over de meren. Over een smalle brug gaat het naar links nog 4km naar de waterval.  Na een 2tal km's heb je een mooie picknick en vuurplaats. Je hebt hier behoorlijke stroomversnellingen met een kolkende rivier tot gevolg.  De laatste 2km gaan flink omhoog. Op het einde is een mooie parking met draaimogelijkheid. Er is ook een prachtige vuurplek. Mijn man is er helemaal weg van. Op het infobord staat ook dat hier beren zitten.




 
  • Er gaat een mooie voetweg naar de waterval. Het is echt niet ver. Je hoort het gedonder al heel snel. De waterval gaat maar liefst 43m loodrecht naar beneden. Er worden natuurlijk verschillende foto's genomen en we krijgen er zelfs een regenboog cadeau bovenop.



 
  • We rijden de 4km terug tot aan de splitsing. We rijden niet dezelfde weg terug maar houden ons links. De weg is hier in iets betere staat. We komen door een paar minuscule dorpjes en hier en daar kan je zelfs een koffietje drinken gaan. Als we op de 342 uitkomen, zitten we zowaar vlak bij de Noorse grens. 
 
  • We rijden rechts naar Gäddele. Hier kunnen we ook wat inkopen doen.
 
  • We rijden een klein stukje terug naar Strömsund en houden dan opnieuw links aan naar Jornvattnet. Ondanks dat deze weg niet op alle landkaarten staat, is hij prima geasfalteerd, alleen een beetje golvend. We blijven vlak langs de Noorse grens rijden en genieten van de mooie uitzichten.
 
  • In Brakfallet parkeren we voor de volgende waterval. Mijn man ploetert naar boven en ziet daar het water achter een rots verdwijnen. De waterval zelf is niet echt zichtbaar. Langs onder is het paadje ook niet om over naar huis te schrijven, maar hij krijgt de waterval alleszins te zien. Als je, zoals wij, vroeg in het jaar bent, is het pad niet sneeuwvrij.
 
  • De omgeving begint echt prachtig te worden. We stoppen geregeld oa waar de rivier in een meer uitkomt en speciale formaties creëert.

 
  • We beginnen flink te klimmen. We zien grillige berken. Er is meer en meer sneeuw - zelfs ondanks de huidige warmte. De slagboom is alleszins open, we kunnen dus de hele tour maken. Vanaf 1 mei zijn hier hele stukken natuur afgesloten om te wandelen. Blijkbaar worden de nesten van broedende vogels te vaak geroofd. Nu mag er een volledige maand niemand meer in het broedgebied komen.
 
  • Het landschap wordt desolater maar toch adembenemend mooi.  Overal vlekken sneeuw en wijdse uitzichten.  Een stralende zon is natuurlijk een giga pluspunt.

 
  • Op weg naar onder, vinden we ergens een plekje om te overnachten.
 
 
  • We vervolgen onze weg en passeren een smalle brug, altijd leuk voor een fotootje.
 
  • Als we een mooi meertje gepasseerd zijn, in Stalon, zien we een wegwijzer naar links voor een uitzicht. Het is een geasfalteerde weg maar eigenlijk maar voor één auto. We zijn dus blij dat we buiten het seizoen zijn. Het is 2km behoorlijk klimmen. Het uitzicht is de moeite met een leuke picknickplek. Je moet wel over de vangreling klauteren om aan tafel te gaan. Er staat een verwittigingsplaat dat je de weg op eigen risico moet doen (is dan niet altijd zo?)
 
  • Trappstegforsen is onze volgende halte. Het is niet een spectaculaire hoge waterval en het is ook geen donderend geweld. Desondanks is hij toch imposant. Hij komt als het ware in trappen naar beneden, zoals de naam eigenlijk al deed vermoeden.
 
  • Op de ruime parking van de Trappstegforsen zien we dat er ook overnacht wordt. Ik weet niet of dit in het hoogseizoen ook getolereerd wordt.
 
  • Verder, net voor een brugje, is Ronnäs, een soort sprookjesstad met hout gesneden figuren. Alles is een beetje primitief en verwaarloosd. Er zijn wel twee mega grote mierenhopen. Ook mooie om te zien, tenminste als we niet zowat opgegeten worden door de muggen.
 
  • Weetje: Zweedse muggen verstaan blijkbaar geen Nederlands. Producten die we van hier hebben mee gebracht, hielpen niet. Ook Deet was aan hen niet besteed, ze staken lustig verder. We zijn onderweg aan een apotheker gestopt voor muggenprodukt. Dit hielp prima.

 Noord Zweden

  • We gaan weer terug de E45 op. De bossen worden langzaam maar zeker kaler en we krijgen een soort toendralandschap.
 
  • ongeveer 10km voor Storuman is er rechts een grote mooie parking. In het winkeltje kan je mooi Samenhandwerk kopen. Je kan er ook een hapje eten of drinken.
 
  • Op deze parking mag je, mits het betalen van een kleine vergoeding, ook overnachten.
 
  • Van de E45 nemen we de  afslag naar Arjeplog. Hier is een Samenkutluur op ongeveer 17km die je kunt bezoeken.
 
  • Onmiddellijk na de afslag rijden we even de andere kant op ipv naar Arjeplog. Links van ons ligt een meer met enkele toegangswegen. Dit is een mooie en rustige overnachtingsplek.
 
  • Arvidsjauer:We zijn nu officieel in Lapland of in het land van de Samen, zoals ze zelf liever genoemd worden. Arvidsjauer bestaat uit één lange hoofdstraat met een paar zijstraatjes. In één van die straatjes vinden we een plaatselijke messenmaker en mijn man verzamelt messen. Dit gaat dus effe duren maar we zijn weer een origineel mes rijker. In het dorp zijn een paar restaurantjes. Op het plein staat een ordinair blokhutje. Hier staan ze al aan te schuiven voor openingsuur. Tja, dan kan het toch niet slecht zijn. We hebben, voor zijn geld, goed gegeten.
 
  • Lappstaden in Arvidsjauer: dit is een klein beschermd Samendorp. Hier hadden de Samen een onderdak als ze naar de markt kwamen of voor festiviteiten of begrafenissen.
 
  • Vandaag gaan we een kijkje nemen bij de Samenkultuur en dit valt ons toch dik tegen. Vanaf de hoofdweg moet je nog ongeveer 2km over een grindweg. Dit is heel goed te doen. Onderweg zien we verschillende rendieren. De Samengemeenschap was een rommelig allegaartje. Het zag er een beetje uit als bij een luie boer, die geen zin heeft om af en toe ook eens op te ruimen. Maar onderschat nooit een luiaard. Hij "verkoopt" die rommel als zijnde een soort cultureel erfgoed en rijft zo ludieke inkomsten binnen. Vriendelijkheid is trouwens ver te zoeken. Toegang ongeveer 20€pp
 
  • De weg verder naar Arjeplog vinden we wel heel mooi met prachtige meren. We nemen weer foto's alsof we nog geen meren gezien hebben.  Onderweg zien we nog verschillende plekjes waar je kunt overnachten.  Arjeplog heeft een verrassend roze kerk.
 
  • De weg naar Arvidjouer zijn gewoon, vrij open, bossen.
 
  • In Visthegen maken we weer een omweg naar Vidsel en Storforsen, 28km verder. Je ziet vrij snel een afslag naar een andere waterval, wij blijven recht door rijden. Als we op een T-kruising komen met de 94, volgen we Jokkmokk.
 
  • Na een paar km zie je de watervalStorforsen aan je linkerkant. Het doet mij een beetje denken aan de waterval van Co om de één of andere reden, maar natuurlijk veel groter. Je kunt hier natuurlijk stoppen en fotootjes nemen maar rijd zeker ook nog wat verder en volg de pijl naar links. 3km verder is een grote parking aan de bovenkant van de waterval. Dit zou de grootste natuurlijke waterval van Europa zijn. Geen idee hoe ze dat meten maar soit, er gaat heel wat water aan een hels tempo door.
 
  • Vooraleer je aan de waterval bent, ga je over vlonders die kleinere watervalletjes en poelen overbruggen. Kuier hier zeker ook wat rond. Overal zijn picknickplekjes gemaakt en overal is er een plaatsje voorzien om een vuurtje aan te leggen. Vlak aan de ingang ligt er hout en een bijl. Hier moet je gewoon even genieten van deze wonderlijke plek. Je kunt helaas niet afsluiten met een borreltje want je mag op de parking binnen het domein niet overnachten. En rijden en alcohol gaan in Zweden niet samen.
 


 
 
  • Weetje: deze waterval kan volledig met een rolstoel bezocht worden. Je kan niet overal door maar je komt zonder problemen tot aan de waterval om daar te genieten van het spektakel.
 
  • De camping aan de voet van de waterval vinden we wat stoffig en grijs en we rijden verder tot Lulea.
 
  • We hebben aan het water over de brug in Lulea zonder problemen overnacht. Toch zou het mij verbazen als dit plekje er nog is. We zagen alle tekenen om deze plek weg te doen. Wij hebben alvast genoten van een prachtige zonsondergang.
 
  • Lulea is een havenstad met rechte wegen. ze is niet echt charmant. We gaan op zoek naar de oude kerkstad, Gammelstad. Deze prijkt immers op werelderfgoed Unesco. Ze ligt ongeveer 5km noordelijker richting Boden, weg 97.
 
  • Gammelstad: we vinden makkelijk parking rond de kerk.  Ondanks dat deze kerkstad nog bewoond is, geeft ze ons een museumachtig gevoel. De huisjes, waar de luikjes van open zijn, zien er gemaakt gezellig uit.  Maar het is zeker een bezoek meer dan waard. In de huisjes is de onderkant het woongedeelte en de bovenkant de slaapkamer. Deze huisjes zouden dienen als overnachtingsplek wanneer de Samen naar de mis wilden gaan. Vermits ze soms van een heel eind kwamen, was er op deze manier een slaapplek voorzien. Soms bleven ze zo een maand hangen. Maar er wordt blijkbaar niet meer zo frequent naar de mis gegaan (dat komt ons bekend voor). Sinds het Unesco beschermd is, mag er niet langer dan 3 opeenvolgende dagen gewoond worden. Ook onderhoud en verbouwingen zijn aan strikte voorwaarden gebonden.  Ga ook eens binnen bij Margareta met zijn erg Victoriaans interieur. De huizen zijn trouwens allemaal eigendom van Samen. Ook voor een eventuele verkoop zijn strenge voorwaarden.



 
  • Nu gaat het verder richting Jokkmokk.  En natuurlijk stoppen we aan de Poolcirkel voor een paar idiote foto's, wat had je gedacht :-)
 
  • Weetje: Passeer je de poolcirkel in de zomer, dan weet je dat het niet donker wordt, nacht blijft dag dus. Passeer je hem in de winter, dan weet je dat het niet licht wordt, dag blijft dan nacht
 
  • In Jokkmokk is het denk ik wel de eerste keer dat we parking moeten zoeken. Het is verrassend druk. Heeft dit te maken met de aanwezigheid van warenhuizen? Jokkmokk heeft een allegaartje van huizen. Zowat alle soorten staan precies kriskras door mekaar.  Deze morgen zaten we trouwens nog te puffen en we voelen de temperatuur naar onder donderen. Brrrr
 
  • We nemen de E45 richting Kiruna. Direct na Jokkmokk zien we kraftcentrales versierd met leuke kleurige tekeningen. Eens iets anders.

 
  • Iets verder vinden we onze overnachtingsplek. Langs de E45 met een grote I aangeduid, een parking aan een meer. We staan hier niet alleen, dat is even geleden. (GPS N66.64308   E19.82501°
 
  • De temperatuur is ongeveer 20° gedaald. De lange broeken worden uitgehaald. Als we over een dam rijden, zie we door de bomen dat we langs een fikse kloof rijden. Als we een pijltje uitzicht zien, samen met één of andere fallen, gaan we natuurlijk eens kijken. Vanop de parking kijken we uit naar de volgende, nog grotere dam. We volgen vlondertjes, trapjes en trappen, langs een waterval door en kunnen zo tenslotte in de kloof kijken. Leuk en ideaal om even een frisse neus te halen.  Niet zo mooie als onze grote, krachtige waterval maar toch zeker een stop waard als je hier door komt. Van mijn lieve man krijg ik daarboven op gratis les over sedimentgesteente. Het enige wat ik ervan onthouden heb, is dat mijn keukenblad wel eens van hier zou kunnen komen.
 
 
 
  • De centrale iets verderop is pas half juni open. Het ziet er sowieso groots uit. De omgeving op zicht, is best een stop waard.
 
  • In Gallivare zou één van de grootste mijnen zitten. Ook hier weer hetzelfde probleem met openingsuren en hier zouden ze zelfs pas eind juni open gaan. Onbegrijpelijk want we zien op de toerist info heel wat potentiële bezoekers staan. De stad zelf stelt niets voor.  We rijden eens tot aan de mijn maar dit is een wat louche buurt. Zelfs in Stockholm nergens zo een onveilig gevoel gehad. De oude houten huisjes zien er ook erg onderkomen uit.
 
  • Dan maar verder naar Kirkuna. Onderweg zien we meer open vlaktes waar vaak een dun laagje water op staat.
 
  • Net voor Kirkuna rijden we naar het icehotel. Natuurlijk zien we daar nu weinig van. Het verbaast mij dat de omgeving eigenlijk helemaal geen charme uitstraalt. Wat sneeuw al niet kan doen.
 
  • Verder in de straat staat een leuk Samenkerkje. Het is verrassend kleurig geschilderd. Het museum erlangs is veel te duur voor een hoop rommel en nu amper open. Ik heb mij laten vertellen dat je in de zomer hier beter gewoon iets kunt komen drinken en dat je dan het voornaamste van het museum ook gezien hebt.
 
  • Op de terugweg, iets na het icehotel, stoppen we aan een parking aan het water voor de nacht. Het is niet de mooiste plek, maar ze voldoet. We staan ook niet alleen.
 
  • In Kiruna kijken we naar de speciale toren van het stadhuis. Volgens Ludo (ex-mijnwerker) is het net een schacht met tierlantijntjes.  Volgens de toeristinfo is dat toeval. Ik denk toch dat die architect zijn mosterd in de Limburgse mijnstreek gehaald heeft. Op de I is trouwens een prima internetaansluiting om mails te checken en het thuisfront te laten weten dat alles nog prima is.  We wandelen het stadje rond maar er is verder nog weinig te zien. Kiruna wordt volledig gedomineerd door de grote mijn. Als de mijn zijn werkgebied verlegt, worden soms zelfs hele delen van het dorp op een andere plek opnieuw opgebouwd.
 



  •  Na Kiruna zien we nog een paar parkings waar we ook hadden kunnen overnachten.
 
  • !!!! TIP !!!! Tank zeker alvorens verder te rijden. Op de route naar Noorwegen is de diesel merkelijk duurder. Als je verder trekt naar Noorwegen, en zeker als je verder rijdt naar de Lofoten, doe dan je inkopen. Het leven in Noorwegen, en zeker in de Lofoten is een heel stuk duurder dan hier in Zweden.
 
  • We rijden verder richting Narvik. De natuur wordt ruiger en indrukwekkender. We rijden ook lange tijd langs een adembenemend mooi blauw meer. De bomen worden merkelijk lager. Meestal is het berk.
 
 
 
  • In Abrisko zou de midzomernachtzon op zijn best zijn maar de stoeltjeslift is nog niet open. Het weer is nochtans prachtig en er zijn heel wat mobilhomes onderweg. Jammer. Op deze parking mag je ook niet overnachten wat voor problemen kan zorgen als je naar de midzomernachtzon wilt gaan kijken. De Info wijst ons een haast onzichtbare kloof. Goed om de benen te strekken en een frisse neus te halen.
 
  • Gelukkig vinden we iets verder een leuke plek aan het meer. We zien Zweedse toeristen ijs uit het meer halen (jaja, hier ligt nog ijs op het meer) om in hun aperitief te doen. Er staan hier verschillende mobilhomes voor de nacht.  Het wordt trouwens niet donker.  We genieten dus ook van de midzomernachtzon.




 
 
 


 
 

Noorwegen

 

  • Met heel veel stops onderweg vervolgen we de E10 de Noorse grens over. Deze weg is echt wel heel mooi en dan bedoel ik het landschap, niet de staat van de weg die aan Noorse kant beduidend slechter is. Het landschap is ruw en groots.
 
  • aan de splitsing met E6 gaan we naar rechts. We laten de Lofoten even links liggen (ook letterlijk) en rijden door naar de Vesteralen.

Vesteralen

  • Met de splitsing van de 85 rijden we naar Sortland, een nogal stoffige stad.Ze heeft een grote parking en de toerist info is loopafstand. Als je na sluitingstijd bent, kan je nog zonder problemen aan de folders komen.  Wij stoppen hier ook voor een bankautomaat - ander geld :-) De weg naar Sortland vinden we wel heel mooi.
 
  • We rijden direct door naar Myre naar Stø en genieten van de omgeving. Kijk zeker om het laatste stuk naar Stø, hier zie je vaak een arend.
 
  • Stø is gekend voor zijn walvissafari's. Het is nog maar begin juni en we moeten blijkbaar nog een paar dagen wachten. Jammer het is nu net zo mooi weer.
  
 
  • Stø heeft trouwens een mobilhomeplek of eigenlijk meer een soort mobilhomecamping. Maakt eigenlijk niet zoveel uit, de uitzichten zijn alleszins bijzonder.   De plaatsen zijn vrij klein en wat stoffig. Het staat al van ver aangegeven "Sto Bobilcamp". Er zijn eenvoudige douches en je kunt stroom krijgen. (GPS  N69 01.150   E15 06.530)
 
  • Weetje: Stø telt amper 200 zielen en heeft maar liefst 15 nationaliteiten.
 
  • Als we dan toch moeten wachten op de walvissen, gaan we maar eerst de Vesteralen verkennen. Via Myre rijden we Nyksund. De omgeving doet ons een beetje aan Schotland denken zelfs inclusief de schapen. De weg is erg smal en bar slecht maar ze zijn eraan het werken. Een zeker moment is de weg zo slecht dat we omdraaien (met veel moeite trouwens). Jammer, Nyksund zou een mooi plaatsje zijn. Misschien als de weg af is.
 

  • Richting Bø is de weg verrassend druk. Dat zijn we niet meer gewend. De weg is ook smal. Er zijn mooie stukken maar het is niet spectaculair.  Nu ja, het weer is ook nogal druilerig en dat helpt natuurlijk ook niet echt. We zijn al weken aan het genieten van prachtig tot prima weer.
 
  • We rijden terug richting Sortland en zo naar Stokmarkness.  De omgeving is niet om over naar huis te schrijven.
 
  • Direct achter de mooie brug vinden we een overnachtingsplek. Ik heb geen coördinaten maar je kan hem haast niet missen. De brug over en direct aan de linkerkant.  Parking met asfalt, verder niet veel te beleven.
 
  • Tot Melbu is de omgeving alvast een stuk mooier. Het is nochtans nog altijd grijs met laaghangende wolken maar zelfs met dit weer kan het ons charmeren.  We rijden het eilandje volledig rond.
 
  • Als we terug de brug over rijden, nemen we de kleine weg naar Sandness. Indrukwekkend en toch landelijk. Een vreemde combinatie die tot de verbeelding spreekt. Langs ons zien we haast constant het fjord. Een zeker moment rijden we langs rotsen die haast gestapeld lijken en ieder moment van elkaar kunnen schuiven.  Deze route is absoluut een aanrader. We komen haast uit aan de splitsing richting Myre.
 
  • We stoppen opnieuw in Stø om te overnachten.
 
  • Een dag vol verwachtingen. We gaan op walvissafari.  Er worden boterhammetjes gemaakt, drinken meegenomen, mutsen, handschoenen. We zijn er klaar voor. We nemen zelfs een reispilletje mee, je weet maar nooit. We krijgen een korte introductie en een reispilletje. Het is koud en winderig en de reis gaat maar liefst 8 uren duren. We nemen het voor de zekerheid maar in.  We varen eerst tot een eilandje. Dit is een natuurreservaat. We kunnen hier heel wat vogels spotten.  Je ziet een arend en tal van papegaaiduikers. We zijn amper een half uur onderweg en mijn man heeft wel een erg groene kleur. Hij kan amper op zijn benen staan. Hij wordt naar het middendek en naar boven begeleid. Ze zijn erg zorgzaam. Ik probeer hem te volgen maar ik besef dat ik zeker geen zeemansbenen heb. Ik blijf wijselijk zitten en hef af en toe mijn voeten op als er een golf water over het dek spoelt. Ik ben blij met mijn watervaste schoenen en dikke kleren. Ze zeggen altijd dat je naar de horizon moet kijken maar dat is bepaald niet makkelijk met een schip dat geweldig deint. Dit wordt een lange rit. Als er een walvis gesignaleerd wordt, ga ik aan de reling kijken. Ik voel mij eigenlijk best goed....tot ik terug zit en dat was het dan. Ik word netjes naar het middendek begeleid. Hier troept ondertussen zowat iedereen samen. Het schept een band om zo samen over de reling te hangen. Maar we hebben walvissen gezien. Pas op, die zijn nog altijd op ongeveer 300m. Dan moet je echt wel een behoorlijke lens hebben en het schip blijft niet echt stil liggen.  Het kan natuurlijk ook zijn dat onze hand momenteel niet erg stevig is. Langzaam aan gaat het beter, dat is zo de tijd dat de terugweg al flink gevorderd is en het wordt nog beter als we weer land zien. We durven zelfs naar binnen gaan. Nu ja, het is dat of doodvriezen. Moet ik nog vertellen dat we onze boterhammetjes niet hebben opgegeten? Een onvergetelijke gebeurtenis. Hoe apart ook, ze krijgen ons niet direct meer terug in een boot.
 

  • Als we 's anderendaags 's morgens vertrekken wordt er heel wat gewuifd. Zo samen over de reling hangen, schept blijkbaar een serieuze band. De Lofoten staan op het programma.
 
  • De weg tussen de Vesteralen en de Lofoten vinden we alvast mooi.

 Lofoten

 
  • We draaien af naar Digermulen. Heel even dachten we nog van - bwa niet de moeite - maar dat verandert gelukkig wel. Dit stuk zou iets minder toeristisch zijn maar zeker niet minder mooi.  Wij zijn er alleszins heel tevreden over.
 
  • Langs deze weg vinden we een plekje aan het water voor de nacht. Ik zie mijn man direct grote werken uitvoeren om een heus kampvuur te maken. Iets later knettert het vuur al. Ik krijg een hele uitleg over hoe hij hierop zou kunnen worstjes bakken.  Ik maak ondertussen middag op het gasvuur. We zien hier ook een mooi klein zwart beestje. We zijn er nog altijd niet uit wat het is. Onze camera lag natuurlijk in de mobilhome.  Als iemand het ook ziet en het weet, please laat het ons weten.
 
 
  • We doen het rustig aan. Het weer is momenteel niet zo goed maar er is goed weer voorspeld.  En het klopt ook nog. De mist trekt langzaam op. Het is nog koud maar dat nemen we er graag bij.
 
  • Het is niet onze bedoeling om alleen maar de hoofdweg te volgen. We willen verschillende zijsprongetjes maken.  We rijden tot Eiskibol en gaan van de E10 af richting Laukvik. De weg is smal, heel smal zelfs. Een vrachtwagen doet teken om te stoppen. Hij zegt dat er wegenwerken bezig zijn en dat we niet verder kunnen.  Er was nochtans geen plaatje te zien maar we geloven hem en draaien ons en vervolgen verder de hoofdweg.
 
  • De hoofdweg naar Solvaer is alvast mooi maar ook druk. We zien hier heel wat mobilhomes. Meer dan we de laatste maand tesamen gezien hebben. Natuurlijk stoppen we voor de befaamde foto van de kapel.
 
  • Solvaer ziet er weinig charmant uit. We rijden er eens door uit maar het kan ons niet echt bekoren.
 
  • In Rorvika genieten we van een groen-blauw fjord met een mooi zandstrand. Om te voorkomen dat we te zuiderse neigingen krijgen en het water in duiken, krijgen we een fikse pleinsbui over ons. Gelukkig de enige voor vandaag.
 
  • We verlaten de E10 weer en rijden richting Hanningsvaer. De omgeving richting Hanningsvaer is ruw maar prachtig. We moeten de zelfde weg terug maar het is absoluut de moeite.
 
  • Je rijdt Hanningsvaer in via 2 smalle mooie bruggen. Het dorpje is charmante en toch op het randje van vervallen. Tegenover Zweden moeten we hier echt wennen aan de niet afgemaaide kanten en het onkruid in de stopen.


 
  • Op de parking van Hanningsvaer is er overnachtingsmogelijkheid.
 
  • We rijden dus terug naar de E10. In omgekeerde richting zie je toch altijd weer andere dingen.





 
  • Direct na de brug slaan we af naar Gimsoy. Ondanks dat we door een magnifieke omgeving rijden, vinden we niet direct een plekje om te overnachten. We passeren een golfterrein, zo mooi gelegen dat ik er ook aan denk om te golfen. Als de weg terug het binnenland in draait, rijden we een klein stukje recht door. We zien vlak aan de zee mobilhomes staan. Dit is prive terrein en we vragen of we hier ook mogen staan. Hier gaan we alvast genieten van de avondzon. Onderstaande foto is trouwens om middernacht genomen.
 
  • Kriskras gaat het terug tot aan de hoofdweg.
 


  • Eggum: de huisjes in vrolijke kleuren lijken een antwoord te zijn om de enorme donkere rotswand te compenseren.
 
  • Je rijdt nog verder, door Eggum uit, richting zee. Hier is een prachtige overnachtingsplekplek. Ze vragen 100kr te deponeren in een bus. Met mooi weer ga je hier gegarandeerd een mooie midzomernacht zien.
 
  • We passeren in Borg het Vikingmuseum. Dat doen we op de terugweg. Het weer is nu veel te mooi om ergens binnen te zitten. Je kan hier trouwens ook op de parking overnachten. Onderweg komen we het enen na het andere mooie plekje tegen.


 

  • We gaan naar rechts naar Utaklev. Hier zou het mooiste zandstrand van Noorwegen liggen. Net voor Utaklev, voor de tunnel is het strand. Het weer is zo mooi en de omgeving zo prachtig dat we hier blijven staan. Het water is 9°, net warm genoeg om eens voorzichtig met mijn hand te voelen. Brrrr, en toch zien we mensen die erin gaan. Brrrr, ijsberen zijn het. Er zijn er ook die er sneller uit dan in zijn, wel grappig om te zien.  's Avonds wordt er verbroederd met Duitsers en Zwitsers en nog een fles Griekse ouzo. Moet kunnen. We gaan pas naar binnen als we zowat afgevroren zijn.
 
  • Net voor Utaklev voor de tunnel: plek tegen het strand (op het strand staat een schild dat het verboden is). Er stond geen verbodsbord maar het was wel buiten het seizoen.
 
  • We rijden verder naar Utaklev via een tunnel. Dit is een mooie maar smalle route.
 
  • Utaklev: iets voorbij Utaklev kan je, mits een bijdrage van 100kr, op een prachtige plek staan. Er zijn mooie wandelmogelijkheden. Geen zandstrand, zoals in de vorige baai, maar toch een mooie plek. Dit zou ook een ideale plek zijn om te genieten van de midzomernachtzon.
 
  • We rijden tot Leknes en kunnen hier op de info wat mails versturen. Tanken maar ook lozen konden wij hier aan de Esso.
 
  • Van hier tot Å zijn er weinig zijwegen. De natuur is verbluffend mooi. Het weer is ideaal. Misschien wat fris, maar prachtige zon, mooi helder weer. Het kan dus eigenlijk niet beter.
 
  • In Ramberg komen we aan een waar Caribisch strand. Dit vraagt gewoon om schelpjes te rapen. Toch lijkt het net een utopie.
 
  • De omgeving is als een sprookje. Overal water, verscholen kleine dorpjes en spitse reuzenbergen.
 
  • Iets voor Reine beginnen zware wegeniswerken, en ik bedoel echt wel zwaar. De weg is met momenten echt wel weg. Het stoppen op mooie plekken wordt wat belemmerd maar met een beetje fantasie en doorzetten, lukt het wel. Net buiten Reine is een leuke parking waar je een heel mooi zicht over het dorp hebt. Er loopt van hieruit een voetpad naar het dorp.
 

  • In Å stopt de weg wel degelijk. We rijden door de tunnel en parkeren op de ruime parking achter het dorp en lopen van hier uit het dorp in. Het blijft toch wel leuk om die houten huizen tot in het water te zien staan.
 

  • We mogen de wegeniswerken nog eens doen, kwestie van extra te genieten. We slaan af naar Nesland, maar als de asfalt grint wordt, houden we het voor gezien en draaien we terug. Dan gaan we Nusfjord bezoeken.
 
  • Nusfjord : de omgeving is nog altijd ruw maar precies een beetje meer afgerond. Eerst is het net alsof we tegen een geweldige massieve wand (931m) gaan aanrijden. Natuurlijk draait de weg :-). Tussen ons en de wand zit zelfs een meer van maar liefst 65m diep. Toch is het niet eens een zo groot meer. Op het einde zit een viskwekerij.  Nusfjord is beschermd door Unesco. De entree is 50kr, daar moet je het dus niet voor laten. Dit dient trouwens om de renovatiewerken te bekostigen en je kunt duidelijk zien dat er (op een goede manier) gewerkt wordt. De parking voor mobilhomes is eigenlijk wel wat knudde. Je volgt de pijlen, rijdt langs de autoparking door en dan mag je ineens een fixe helling op. Het is bovendien smal en je ziet niet of er iemand op hetzelfde moment naar onder wil.  De takken schuren tegen de mobilhome.  De parking is zowel voor auto's als voor mobilhomes, als zelfs auto's met caravan. Dat lijkt mij een hele uitdaging. Vanop de parking heb je een mooi zicht over het dorp. We wandelen wat door het dorp, wandelen een paar leuke winkeltjes binnen en genieten van de uitzichten.
 
 
 
  • Terug in Leknes gaan we een levensnoodzakelijke softice eten. Wat is die hier toch lekker. Niet zo zoet als bij ons.
 
  • Iets verder nemen we de 815 richting Stamsund. We mogen direct een behoorlijke klim naar boven doen.
 
  • Bijna boven zie je aan je linkerkant een grote parking. Hier kan je alleszins lozen. Je kunt er ook overnachten. Je hebt ook een prachtig uitzicht.
 
  • We draaien af naar Steine. Aan één kant een sprookjesachtig fjord en aan de andere kant een ruwe afbrokkelende berg. Het zware contrast zorgt voor een hele aparte sfeer. Het dorp is geen omweg waard maar als je er toch bent...
 
  • We rijden verder tot aan de 815. We wandelen al rijdend. Met andere woorden we gaan maar stapvoets vooruit. Dit is echt genieten. Overal zijn er stopmogelijkheden. Het hele stuk is absoluut Lofoten en toch weer anders.
 

  • Als we terug op de E10 komen, gaan we de bruggen over en rijden we hier direct de bobilcamping op. Er moet dringend gewassen worden.
 
  • !!!! TIP !!!! Op deze camping staan ook veel vissers. Kijk eens uit om lekkere verse vis rechtstreeks van deze vissers te kopen. Heerlijk!!
 
  • Tijd voor het Vikingmuseum. De zon laat het vandaag wat afweten. Ideaal dus. Gelukkig - alhoewel - worden we geteld als senioren. De entree is nu 100kr pp. Het museum is verrassend klein in verhouding met de hele bouw. De audio is heel uitgebreid maar helaas daardoor ook een beetje vermoeiend. Er komt een moment dat je het wel een beetje gehad hebt met de zoveelste potscherf.  Het gebouw zelf is wel de moeite. Buiten, net naast het gebouw, zie je de originele opgraving. Aan de hand hiervan hebben ze geprobeerd er een nieuwe replica naast te zetten. Iets verder zie je ook hoe ze vermoeden dat de Vikings in hun tijd geleefd hebben. Dat is het leukere gedeelte. Dan kan je nog tot aan het water wandelen en naar het Vikingschip gaan kijken. Al bij al zijn we hier een tijdje zoet mee en zijn we toch blij dat we het gedaan hebben.
 

  • Solvaer kan ons nog altijd niet bekoren maar het is prima om te winkelen en te tanken.
 
  • Wat verder draaien we af naar Laukvik. Aan het water vinden we een mooi plekje voor de nacht.
 
  • Het is weekend en we riskeren het verder te rijden. We hopen dat de wegeniswerken, waar we in de heenweg voor zijn omgedraaid, nu stil liggen. De omgeving is  erg mooi.
 
 
 

Midden Noorwegen, een stukje kust en zo tot Roros

  • We nemen met spijt in het hart afscheid van de Lofoten. Officieel beginnen we nu ook echt aan onze terugreis. Met pijn in het hart, ik geef het toe. In Narvik gaan we tanken, winkelen en zorgen we dat onze gas weer gevuld is. Narvik is maar gewoontjes maar de omgeving is wel de moeite, ook al is het momenteel grijs en druilerig. Onderweg op een parking zien we onderstaande bewoner die niet helemaal gelukkig is met onze aandacht.

  • De weg tot aan het veer is ontzettend mooi. Ruw met kale rotsen. Het veer naar Bognes moet je nemen, het is gewoon een deel van de hoofdweg. Je hebt dus weinig keuze. De prijsmaar liefst 3x zo hoog als je meer dan 6m zijt. We betalen 268Kr.

  • Na het veer is alles veel vochtiger. Echt veel plekjes om te staan zijn er niet. Er is een kleine camping maar die ligt zowat op de E6 en iets verder de camping is nog gesloten. We wijken dus uit het schiereiland Hamarøya op. Hier vinden we een rustig plekje voor de nacht.

 
 
  • De weg naar Fauske is afwisselend mooi en afwisselend zeer mooi. Fauske heeft een toerist info in een hotel. Aan de achterkant van het hotel loopt een weg evenwijdig met de hoofdweg, hier vind je voldoende parking. Leuk om eens rondte wandelen met gezellige winkeltjes.


  • Fauske Sjogata (GPS N67.25763   E15.98436) - achter Rena. Misschien niet de mooiste plek mar je kan er alleszins lozen en warenhuis op loopafstand. Ook kan je naar het dorp wandelen.


 
  • Vanuit Fauske nemen we de 80 richting Bodø.
 
  • Net voor Løding nemen we de toeristische 17.  We gaan naar de Saltstraumen kijken. Voor de brug heb je een grote parking. Probeer te kijken met de getijdenwissel. Het is een giga gekolk. Alleen jammer dat  de weg voor gehandicapten niet tot aan het water gaat. Zij blijven hier een beetje op hun honger zitten en krijgen een slecht plekje achter in de zaal bij manier van spreken.

  • Weetje: de getijdestroom Saltstraumenis de sterkste ter wereld. Het smalle kanaal verbindt 2 fjorden met elkaar. Iedere 6 uur perst zich hier tot 400miljoen m3 zeewater door deze enge geul met een snelheid van ongeveer 20 knopen (37km/u), zo groot is het verschil tussen eb en vloed. Dit zorgt ervoor dat er gigantische draaikolken kunnen ontstaan met een doormeter van makkelijk 10m en die zonder problemen 5m diep gaan. Met iedere tijdenwissel - 4x per dag, staat het water haast stil om dan weer in alle hevigheid los te barsten.  De moeite!
 
  • Met enige verbazing merken we dat de toeristische 17 amper bevolkt is met mobilhomes.  Ook zien we haast geen auto's met caravans. We bevragen ons eens in een garage. Blijkbaar zijn de dure veerponden hier debet aan. Hij raadt ons aan om de hoofdweg te nemen en geregeld af te slaan naar de 17.  We vinden langs de 17 een mooi plekje voor de nacht.


  • Jiepieee, we hebben een eland met jonkie gezien. Op de onderstaande foto staat hij op. De foto's worden gecomprimeerd en misschien zie je hem amper maar hij is er.


  • We zijn dus op onze schreden terug gekeerd en nemen de 17 tot aan Løding en zo verder via de 80 tot aan Fauske. Het is op deze weg dat we onze eland zagen. Puur geluk dus.


  • !!! TIP!!!! Probeer op een toerist info of in een benzinestation een boekje vast te krijgen met info over de veerponden op de 17. Hier staan ook de prijzen bij. Dan kom je niet direct voor vervelende verrassingen te staan.


  • We gaan nu terug de E6 op en gaan zuidwaarts richting Mo I Rana. Het landschap is afwisselend ruig en zacht.  Op een hoogplateau komen, totaal onuitgenodigd, een paar kneusjes en knaasjes binnen in onze mobilhome. We worden een paar keer erg gemeen gebeten. Die dingen zijn ook zo klein dat je ze niet voelt landen en amper ziet.  De jeuk blijft ook nog lekker even nazinderen. We gaan onverbiddelijk op jacht. Het meest probate middel is even rijden met onze vensters open (ook al is dat verrekte koud).


  • Weetje: knutten of knaasjes zijn piepkleine vervelende krengen die overal doorheen komen en zich massaal op je kunnen storten.  Ze houden van vochtige plekken en ze houden van bloed. Iedere steek op zich jeukt best venijnig maar als je er een heleboel hebt....Alleen producten van ginder blijken te helpen. Het probleem blijft dan wel dan ze dan niet meer bijten maar nog altijd erg vervelend rond jou hangen en gegarandeerd in je ogen, neus of mond terecht komen. Vluchten is de enige optie. Gelukkig hoef je geen km's uit te wijken. 10m verder op kan al een oplossing zijn.


  • Ook 's avonds zijn ze nog behoorlijk van de partij. Met een kampvuur en heel wat product is het doenbaar. Onze ramen van de mobilhome blijven hermetisch dicht en we spuiten wat product aan de ingang van onze deur. pfff


  • We stoppen in Mosjøen en dit is mooier dan verwacht. Aan de ingang van het dorp zie je al direct een heel oud benzinestation. Het oude gedeelte is heel mooi verzorgd en nog bewoond waardoor het veel authentieker overkomt. De toeristinfo geeft met plezier uitgebreid info. Eén van de betere infokantoren. Ze zijn ook uitermate fier op hun stadspark. Dit bestaat al van 1905. Toen waren er nog bijlange niet zoveel inwoners maar ze vonden toch dat er een park moest komen voor het nageslacht. Eigenlijk wil dit vrij vertaald zeggen dat ze midden in die fantastische omgeving alles weghalen en iets kunstmatigs aanleggen. We gaan eens kijken. Het is leuk als je het verhaal kent maar voor de rest is het een heel eenvoudig park. Aan de andere kant van het water loopt trouwens een mooie wandeling waardoor je een mooi zicht hebt op het oude dorp tegen het water.



  • Mosjøen heeft ook een camperplek vlak aan het sportterrein. (GPS N65.82162   E13.25095)


  • Iets verder stoppen we bij Laksfossen. Ik heb mij laten vertellen dat je in het zalmseizoen de zalmen hier tegen de waterval ziet opspringen. Het restaurant is alleszins prachtig gelegen om bij een drankje te genieten van de waterval.


  • Iets verder zien we opnieuw een plaatje fossen. We bezoeken hier een kleinere maar ook wel leuke variant. Je ziet ook op verschillende plekken vliegvissers aan het werk. Ik blijf het fascinerend vinden om hier naar te kijken.


  • In Brenna wagen we nog eens een poging om richting 17 te rijden. We nemen de 76 naar Sømma. Het is direct een stuk rustiger op de weg. Langs ons maakt een woeste rivier het nodige kabaal om het geluid van het mindere verkeer blijkbaar te compenseren. De weg stijgt flink en we zitten al snel in de sneeuw.


  • Op deze weg zien we overal plekjes. Net voor de tunnel is een parking maar loopt er ook een weg lichtjes omhoog aan de rechterhand van de tunnel. Dit lijkt mij een prachtige (maar misschien wel koude) plaats om de nacht door te brengen.


  • Na de tunnel van 6km worden deze stopplekjes merkwaardig genoeg veel schaarser.  Het fjord vinden we heel mooi met haar haast loodrechte wanden. De nieuwe tunnel is nog niet klaar en er loopt nu nog een mooie smalle weg langs het fjord. Als de tunnel klaar is, zeker kijken of je eventueel met de fiets op de oude weg langs het fjord kan rijden.


  • Vandaag zijn we naar Brønnøysund gereden. De festiviteiten voor de midzomerfeesten zijn gestart. Dit was een soort concours voor fanfares. Bwa, hoe ze ook hun best deden, we werden niet echt van onze sokken geblazen.


  • In het dorp vragen we info over Torghatten. Ik heb problemen met evenwicht of kort gezegd, mijn voet staat geblokkeerd en ik heb daar dus geen evenwicht in, maar volgens de toerist info konden 70 tot 80 plussers zonder problemen tot aan Torghatten komen. Je moet eerst over een hele hoge brug waar je een mooi uitzicht hebt.  Voor de rest van de weg vergeten ze soms plaatjes te zetten maar we hebben het gevonden. Er is een parking en van daaruit vertrekken we. Voor mij, is het maar een stukje. De weg is bezaaid met stenen en het kost mij ontzettend veel moeite. Ik moet kijken waar ik iedere stap zet en zie niets van de omgeving. Mijn man trekt alleen verder. Als ik aan de mobilhome zit, vertellen mij terugkomende Duitsers dat die 80-jarigen volgens hen met de helikopter boven zijn afgezet.  Het is blijkbaar niet heel ver maar een behoorlijke klim. Te meer daar er een steenlawine is geweest en het pad hier niet door maar over loopt. Mijn man komt met blozende wangen terug. Hij heeft het gat van binnen en buiten bekeken maar is ook hier niet van zijn sokken geblazen.




  • Parking Torghatten: je kan op deze parking overnachten mits betaling van 200k +20k pp. Vergeet dit zeker niet. Deze parking is privé bezit en - volgens ons - dezelfde eigenaars als de iets verder op gelegen camping. Ben je toch moe, kijk eens op deze camping. Ze is echt wel mooi gelegen.


  • We volgen de 17 verder zuidwaarts. Dit eerste stuk is zeker niet mooier dan de E6 met relatief weinig stopplaatsen. De omgeving is landelijk met afgeknotte rotsmassieven en een beperkte beplanting. Er zijn weinig parkeermogelijkheden. Je vindt er alvast eentje in Berg.


  • Als we het veer zijn overgestoken, komen we via een piepklein niet verhard wegje op een piepklein schiereilandje uit. We zijn totaal niet zichtbaar vanop de weg door de bomen. Een heerlijke plek. Mijn man gaat hier een hut zetten en een heet bubbelbad met uitzicht over het fjord. Dat bubbelbad zou mij wel kunnen bekoren. Hij mist alleen nog het zoet water. Nu ja, zijn wensen worden vervuld. Het valt even later met bakken naar beneden. En het blijft gieten. We zijn via een niet verharde weg ietsje naar beneden gereden. We nemen het zekere voor het onzekere en vertrekken vooraleer we in de modder komen vast te zitten. Onze wielen slippen inderdaad al.


  • Nu staan we op een parking voor het volgende veer. Niet ideaal maar wel op verharde ondergrond. Hier blijven we voor de nacht.


  • We vervolgen de 17 en zien verschillende mooie plekjes, ook om eventueel te overnachten.  Het Innerfjord vinden we zeker heel mooi en heel smal. Verder passeren we nog een prachtig meer, een prima picknickplek en we komen zowaar weer een vissersplek tegen die zelfs toegankelijk is voor gehandicapten. Ze hebben hier speciale vlonders gemaakt over het water met balustrades. Altijd handig als je vergeet de rem van je rolstoel op te zetten en je hebt een grote vis aan de haak.


  • We gaan de erg groene 775 op en komen in een levensgrote wei met schapen terecht. Ieder schaap ziet er alvast verrekte gezond uit. Blijkbaar zijn hier nog geen problemen met wolven of beren, dieren die hier toch terug in de natuur uitgezet worden.


  • Opnieuw komen we op de E6 en rijden we weer zuidwaarts. Op een zeker moment hebben we een heel mooi uitzicht over een mooi groot meer. Net voor het meer nemen we rechts de 763. Het is heel landelijk maar je doet wel het zicht op het meer een beetje kwijt. Jammer. Er zijn ook haast geen parkings.


  • In Boreilis zou een hert in de rotsen gegraveerd zijn zo een 3 à 4000jaar vC. Er gaat een mooi educatief pad naar toe en het hert is echt wel mooi. Er zou ook een deel van een beer zijn maar die hebben we niet gevonden.  Het is wel een leuke omgeving om te picknicken.


  • Op de parking van Boreilis kan je overnachten voor 50kr.


  • Van Tock rijden we naar Steinkjer. We hebben gelezen dat hier een midzomerkoffietafel is. Van koffie zien we niet zoveel, we zien alleen maar grote pinten bier :-)


  • Steinkjer aan de toeristinfo hebben we, met goedkeuring van de toeristinfo, zonder problemen mogen overnachten. Een leuke omgeving om 's avonds even rond te wandelen.


  • Op de toeristinfo in Steinkjer raden ze ons de gouden omweg aan. Op deze manier ga je van de hoofdweg af en zie je originele winkeltjes met echte Zweedse producten. Zeker een leuke omweg maar er is, ondanks dat het tweede helft van juni is, nog aardig wat gesloten.  Levanger is een beetje vervallen. Het zou eens wat "opgepoetst" moeten worden.  Leuke omweg maar meer niet.


  • We vervolgen onze weg naar Trondheim en wanen ons in Zwisterland.


  • Trondheim: de parkings vinden we niet echt goed aangegeven. Gelukkig is het zondag en vinden we toch nog ergens een plekje. Leuk om eens door uit te fietsen. Het heeft wel een zekere charme.

  • De omgeving op de E6 verandert nu een beetje in Zwarte Woud.


  • We nemen de afslag naar Røros. Geen "al rijdend slenteren" deze keer. De weg is verrassend druk. als je wilt stoppen, kijk dan eens op de 3e parking, dat was volgens ons toch wel de mooiste. Onderweg, iets voor Røros, zie je een waterval. Wij hebben hier overnacht maar dit zou verboden zijn. We vragen ons af of de gebouwen donkerder worden omdat de natuur dat hier om de één of andere manier ook is.


  • Røros: dit is ook weer zo één van de stadjes die in je geheugen blijven hangen. Aan de ingang van het dorp vinden we een behoorlijke parking waar we onze mobilhome kunnen zetten. Mocht deze vol zijn, rijdt dan even de brug over. Aan de andere kant van het water zijn nog parkeermogelijkheden. Røros is toeristisch met alle toeristische winkeltjes van dien. Dat moeten we er maar even bij nemen. Røros bestaat uit houten huisjes en de mijnsite natuurlijk. Kijk ook eens goed naar de voorzieningen die genomen zijn aan de buitenkant van de huizen om een mogelijke brand tegen te gaan.  Bezoek zeker ook de oude huizen achter de mijnsite en bedenk dan dat het hier in de winter tot -40° kan worden. Je zult je dan zeker en vast ook afvragen hoe die mensen toen konden overleven. Dat Røros Unesco beschermd is, zal zeker niet verbazen.




  • !!!TIP!!! Røros heeft betaalparkings. Vergeet niet te betalen want er zijn geregelde controles



http://www.visitnorway.com/nl/bestemmingen/trondelag/roros/

 

  • We rijden verder naar Zweden. Direct achter de groeve heb je een lieflijke picknickplek aan kabbelend water met bankjes.
  • Terug in Zweden

  •  We vervolgen onze weg. We dalen niet maar blijven op dezelfde hoogte verder rijden tussen berken en meren. In Zweden komen we twee verlaten skidorpen, Tändalen en Funasdalen, tegen. Aan de winkeltjes te zien, kan je hier wel terecht om dierenvellen te kopen.
 
  • Iets verder, na Funasdalen, zien we een P. Hier is ooit, lang geleden een meteorietinslag geweest. Er loopt een mooi vlonderpad naar toe (en ook een vermelding dat er beren zitten). Zo een locatie zorgt voor een prettige afwisseling in onze conversatie.. Er is niet veel te zien maar de benen zijn weer eens gestrekt. Er staat alleszins uitleg bij maar die is in het Zweeds. Als we het goed verstaan hebben, is de meteoriet ingeslagen met 36000km/uur.

  • We gaan opnieuw weer flink zuidwaarts via de 311.  We stoppen aan een soort info. Dit is blijkbaar eerder een soort mekka voor vissers. Geen flauw idee wat het allemaal was maar altijd leuk om eens andere dingen te zien. Aan de rechterkant van deze weg liggen verschillende natuurgebieden die zeer geliefd zijn bij vissers (en muggen). Deze weg is eigenlijk een heel ander soort Zweden met drassige stukken en open bossen.
 
  • De weg is vrij hobbelig. We vinden een mooi plekje. Mijn man maakt direct een mooi vuurtje en de muggen komen er gezellig bijzitten. Ik vlucht naar binnen. Mijn man vindt het blijkbaar prima zo. Te bedenken dat er thuis niet 1 mug op onze slaapkamer mag zitten.
 
  • De muggen hebben de hele verdere nacht nog met mijn man gepraat. Mij hebben ze vriendelijk laten slapen. Na een gedegen muggenjacht zijn we dan verder gereden. We komen nog langs enkele skigebieden door.


  • Met de splitsing Särne - Idre, volgen we Särne. Ongeveer 7km voor Särne vinden we één van onze mooiste plekjes voor de nacht. Mocht je willen blijven en heb je geen visgerief bij, kan je altijd wat spulletjes kopen in Särne.  Een viskaart is ter plekke te krijgen voor 40k, daar moet je het dus niet voor laten. Hiervoor sta je aan een prachtige stroom die af en toe meer de allures van een meer heeft.


  • Tussen Idre en Sarna zijn verschillende prachtige plekjes aan het water. Ideaal om te vissen maar ook ideaal om gewoon te genieten zoals wij gedaan hebben. Je kan hier, mits een kleine vergoeding staan. De ondergrond is niet verhard en de toegangswegen kunnen nogal hobbelig zijn.

 
  • We volgen de 311 helemaal tot het einde, tot Malung. De route is voor de rest een beetje saai en er is niet echt iets te beleven.


  • In Malung nemen we de E45 richting Torsby. We zakken met een behoorlijk tempo richting thuis. We komen onderweg de meest gekke dingen tegen en we zien ook hele velden ijslandmos in het bos. De omgeving wordt terug mooier.

 
  • Via Torsby rijden we van Sunne verder tot Fageras. In Fageras nemen we slaan we af naar Arvika via de 61.


  • Onderweg naar Arvika maken we onverwachts kennis met een echte handwerkmarkt. Aan onze linkerzijde is een domein waar we heel wat actie zien. We stoppen en een dag later is hier handwerkmarkt. We mogen zonder problemen op het domein overnachten. Het domein is trouwens een soort Bokrijk met oude gereedschappen. Leuk om eens rond te struinen. De markt is een meer dan aangename verrassing. Wat een hoog niveau heeft handwerk hier. Het is ook best prijzig. Handwerk wordt hier dus blijkbaar naar waarde geschat. We zijn er zonder problemen een hele dag zoet mee.

 



  • Arvika is misschien niet de mooiste stad (maar ook weer niet lelijk) maar je moet er gewoon eens stoppen voor een paar zeer mooie handwerkwinkels. Het stadje is niet groot, je wandelt er dus gewoon door en komt ze vanzelf tegen.  Als je aparte dingetjes zoekt en je ook nog graag weet waar ze vandaan komen, moet je hier dus zijn. Niet goedkoop, maar wel mooi.


  • Vanuit Arvika brengen we ook een bezoekje aan Klässbol. Hier is een weverij met machtig mooie artikelen. Zij zouden trouwens ook leveren aan het Noors en Zweeds koningshuis.


     
  • Vanuit Arvika nemen we de 172 richting Bengtsfors. We rijden door prachtige bossen en passeren mooie meren. En wat we ook helemaal niet meer verwacht hadden, al zo ver naar het zuiden, maar we zien dus elanden. Opnieuw een moeder met haar jonkie. Nu waren we vanuit onze venster foto's aan het nemen van het jonkie, met het idee dat dit een volwassen eland was. De moeder, die vlakbij stond, hadden we zelfs niet gezien. Wat zijn dit toch grote majestueuze beesten.

  • Ongeveer 10km na Bengtsfors nemen we de 164 naar rechts, richting Ed.  De natuur blijft geweldig en erg Zweeds.



  • Aan de splitsing met de 165 rijden we naar links en zo verder de 163 op naar Tanumshede.


  • Tanumshede: hier ligt de grootste vindplaats ter wereld van rotstekening (petrogliefen) uit de bronstijd. Geen idee wat ik er mij van moet voorstellen maar dit is dus echt een meevaller. De  omgeving is mooi en de rotstekeningen maken het eigenlijk compleet.  Ze zijn ook groter en talrijker aanwezig dan ik verwacht had.  Rond het museum liggen verschillende locaties die je kan bezoeken. In het Vitlycke museum staat alles nog eens prima uitgelegd. Achter het kleine museum is er ook een site gebouwd zoals de mensen toen leefden. Best wel leuk om eens door te wandelen.
  • Onze bedoeling is nu de kustweg tot aan de bruggen te nemen en op deze manier langzaam afscheid te nemen van dit mooie land.


  • We rijden verder richting kust op de 163. We stoppen in Grebbestaden.  Dit is een heel aangenaam stadje met een leuke promenade langs de haven. Winkeltjes zoals je in elk Europees havenstadje ziet. Er is een piepklein strandje op het einde van de kade.


  • Grebbestaden; Grebbestad Hamn; Tage Wikströms gata (GPS N58.69174   E11.25315). Dit is een grote parking. In het midden mag je 24uur staan en elders 4 uur. Betalend - 120kr 


  • De kustroute is een zeer mooie route. Landbouw wordt afgewisseld met fjord en afgeronde rotsen die de westkust zijn specifieke eigen karakter geven en niet te vergelijken is met de rest van Zweden.


  • Overal in de dorpjes zijn parkings te vinden maar niet altijd specifiek voor mobilhomes en dat kan het parkeren wel eens bemoeilijken. Ik neem aan dat dit in het hoogseizoen wel eens problemen kan geven. Onderweg, tussen de dorpjes in, zijn parkings, en zeker een beetje mooi parkings, helaas met een vergrootglas te zoeken.


  • !!! TIP !!! Campings zijn hier behoorlijk duurder in vergelijking met de rest van het land. Nu ja, dit is begrijpelijk, dat zien we ook wel bij ons aan de kust. Waar ik meer moeite mee heb, is dat ze zo verdomd hoge prijzen vragen voor hun aansluiting op WIFI. Het is haast alsof ze deze service zelf persoonlijk moeten gaan halen in Silicon Valley.


  • Fiskebäckskil is verrassend rustig. De parking ligt nog op de 161 en in het dorp. Alles is makkelijk begaanbaar. We genieten van de mooie huizen en kleurige tuintjes met vele doorkijkjes op het haventje. 



  • !!! TIP !!! Als je iets wilt eten: restaurant Bryggshus is erg mooi gelegen in de haven.


  • Fiskebäckskil: wij hebben op de parking tegenover het dorp geslapen. Je kan vanaf deze parking ook mooie wandelingen doen.


  • We nemen de 161 een stukje terug en gaan even voor Uddevalla, naar rechts, de 160 naar Henan. Op de hoge brug heb je een heel mooi uitzicht.


  • kruising 161 en 160 richting Henan. Net over de brug heb je een grote parking met een heel mooi uitzicht. Hier kan je ook lozen en hier zou je mogen overnachten. Wij hebben het alvast zonder problemen gedaan.



  • We nemen de E6 tot Goteborg: ik moet direct bekennen dat ik er meer van verwacht had. De oude arbeiderswijk is best mooi. De stad is gewoon een niet ongezellige winkelstad. Niets meer en niets minder. Alles is met de fiets goed te doen.


  • !!! TIP !!! PAS OP MET PARKEREN IN GOTEBORG. Wij hadden op de toeristinfo gevraagd waar we het beste konden staan met onze mobilhome en zij stuurden ons naar een parking tegenover de grote overzetboten. Hier staat geen vermelding dat dit een parking is alleen voor auto's maar wij kregen wel een fikse boete omdat wij buiten de lijntjes stonden. We hadden voor 24 uur betaald maar zijn nogal gepikeerd vertrokken.


  • Varberg is ook weer een leuke halte. Je hebt de prachtige burcht en het heel aparte badhuis en dat allemaal op best wel een mooie locatie.  Als je het stadje binnen rijdt, stel je je even de vraag van .... Maar als je verder rijdt, weet het te charmeren.  We hebben door en over de indrukwekkende vesting gewandeld. Het oudste gedeelte zou al dateren van de 13e eeuw. 


  • !!! TIP !!!  Aan de achterzijde van de vesting heb je een superleuk cafeetje met een mediteraan aandoend terras dat er haast om vraagt om hier even te genieten met een drankje. Het geweldige uitzicht krijg je er volledig gratis bij.



  •  Ga ook eens kijken aan het badhuis. Je weet even niet wat je ziet. Dit hoort eerder thuis in een sprookje van 101 nacht. Ga ook eens binnen kijken. Wij werden super vriendelijk ontvangen.



  • Varberg heeft verschillende mobilhome plaatsen. Wij stonden aan de voet van de burcht. Alles ligt op loopafstand en er is een mooie wandelweg langs de kust. De plaatsen zijn niet ruim en je moet ook een beetje geluk hebben.


  • Vanaf hier gaat het terug naar huis. Het was een fijne tijd en we komen zeker nog eens terug naar Zweden.
 
 
 









 
 
 

 






Geen opmerkingen:

Een reactie posten